‘De Windbrief is een mooie titel die de lading goed dekt. Vroeger was de wind niet gratis. Wanneer je een molen wilde beginnen, dan moest je het windrecht kopen om de wieken te laten draaien. Met De Windbrief kreeg je het recht om een molen te exploiteren. Alle molens kregen bij de start een windbrief, die bewaard zijn gebleven in de archieven. Dat zijn waardevolle documenten waarmee je kunt reconstrueren wie wanneer is begonnen. Ze dragen ook een boodschap over, net als het verenigingsblad.’
Ed Pielkenrood was van 1998 tot 2008 bestuurslid van Vereniging Zaansche Molen. Sinds 2007 is hij als vrijwilliger hoofdredacteur van De Windbrief, het verenigingsblad. Dit is het laatste deel van een drieluik waarin Ed vertelt over het belang van verhalen.
Windbrief neemt je mee in de molenaarshut
‘In De Windbrief gaat het om de molens en de mensen die zich daarvoor inzetten. Er zijn een paar honderd diehearts die alles willen weten en het naadje van de kous willen weten. Maar voor de 3500 andere leden die ons graag steunen moeten er ook korte leuke verhalen zijn. Dat vind ik belangrijk. We maken verhalen over de plannen van de vereniging met betrekking tot het nieuwe molenmuseum, de plannen voor herbouw van een molen en over de krachtenvelden die een rol spelen.
De verhalen gaan over mensen, waarom ze zich inzetten en welk plezier ze daaraan beleven. Een stukje geschiedenis. Zoals over de hut waarin de maalploeg een natje en droogje neemt. Deze kleine ruimtes hebben zoveel verhalen te vertellen. De Windbrief neemt je mee in zo’n ruimte, zodat je je ervan een voorstelling kunt maken. Hier werd altijd geroddeld en vertelden de maalploegleden waar ze zich mee bezighielden. De Windbrief moet een onderhoudend blad zijn waar iedereen voor iedereen iets te lezen valt. Uit een lezers enquête bleek dat we daar gelukkig goed in scoren.’
Bij de Schoolmeester 400 jaar terug in de tijd
‘De techniek van de molens vind ik minder interessant, al heb ik me daar in de loop der tijd wel steeds meer in verdiept. Voor mij gaat het om de verhalen van de mensen. Als je bij de papiermolen De Schoolmeester in Westzaan naar binnen stapt, dan zie je dat er in vier eeuwen niets is veranderd. De molenaar heeft daar zijn uiterste best voor gedaan. Eerder heb ik nog wel eens geopperd om er toiletten te maken zodat je grote groepen kon ontvangen. Het is goed dat de molenaar zijn poot stijf heeft gehouden, want bij mij is ook het besef gegroeid dat je juist moet koesteren zoals het is. Als je een toilet bouwt en groene lichtgevende bordjes plaatst dan is de sfeer weg.’
Over een looppad naar Het Prinsenhof
‘Ook bij molen Het Prinsenhof in Westzaan stap je terug in de tijd. Vroeger lagen alle molens aan water en kon je er veder alleen komen via een looppad. Paard en wagens reden er nauwelijks. Nog steeds kun je alleen via een looppad bij Het Prinsenhof komen. Dat is een indrukwekkend grote mooie molen. Je voelt daar de sfeer van vroeger. Die daalt op mij neer.’
De Zaanse Schans
‘Toen ik bestuurslid werd van Vereniging De Zaansche Molen hadden de grootste veranderingen op de Schans zich al voltrokken. De meeste molens stonden toen al langs de Kalverringdijk. Niemand had ooit bedacht dat daar zoveel toeristen op af zouden komen. En dat er jaarlijks vele tienduizenden toeristen een molen binnen zouden stappen.
Dat is wel goed voor de Zaanstreek, want we zijn zo wel op de kaart gezet. Daar moeten we ons voordeel mee doen. Zonder molens zouden er veel minder mensen naar de schans komen. Ze komen voor de molens die er staan te pronken. Het zijn stuk voor stuk juweeltjes. Ik heb grote bewondering voor mannen zoals Mathijs Ero en Martin Schaap die De Huisman in originele staat wisten te brengen. Zij hebben er zoveel tijd in gestopt en mensen overtuigd dat het een goed idee was. Het afgeplatte pakhuis is in ere hersteld en er is net zoals vroeger een hoge schuur onder de molen geplaatst.
Ik heb ook veel bewondering en een groot respect voor de molenmakers, die de molens aan de Kalverringdijk hebben teruggebouwd.
Het toerisme op de schans moet wel gereguleerd worden, je moet de kwaliteit bewaken. Anders loop het hier vol. Je kunt de groei niet afremmen. Het is een woon-werkdorp zoals het was en zo moet het blijven. Je moet er geen hek om zetten waar je kaarten verkoopt.
Ik ben er wel een voorstander van dat je de kwaliteit van de beleving moet bewaken.’
Nog meer molens!
‘Het is wel een beetje gek dat we niet snel genoeg hebben van molens. Zo willen ze er drie bij bouwen op De Hemmes. We hebben een plan voor een nieuwe molen op de Schans en in Westzaan gaat Somass de molen De Veldmuis herbouwen. Dat is een beetje gek, maar ook fantastisch. Dat doe je niet voor de toeristen. Dat doen we voor onszelf, omdat we er een warm gevoel bij krijgen. Wij krijgen er een nog mooier landschap door en voelen ons dan nog meer thuis. Meer molens dragen bij aan wie we zijn: Zaankanters. Iedereen in de wereld vindt molens mooi. Als je daartussen mag wonen, is jaloersmakend. Dat vind ik fantastisch.’
Dit was het laatste deel van een drieluik waarin Ed Pielkenrood vertelt.
Zie ook Ed Piekenrood: ‘Ik hou van oral history.‘
Meer molenverhalen
Papiermolen De Schoolmeester, lees meer
Hennepklopmolen De Paauw, lees meer
Houtzaagmolen Het Jonge Schaap, lees meer
Je kunt de molens ondersteunen door lid te worden van Vereniging De Zaansche Molen, lees meer