Buitenlandse bezoekers weten het nieuwe molenmuseum op de Zaanse Schans al te vinden. Ook voor Zaankanters is het een ontdekkingstocht in de Wereld van Windmolens, aan het eind van de Kalverringdijk.
Marjan Aten is sinds vijftien jaar vrijwilliger bij het Molenmuseum. Ze vertelt je graag meer.
De rol van Marjan Aten
Ton Neuhaus, de vorige conservator van het Molenmuseum, hoorde Marjan Aten bij een presentatie van het Sluisfestival. Hij vroeg haar voor de rol van ladyspeaker bij een tijdelijke expositie over antiek ondergoed. Verschillende jonge koorleden van het koor dat Marjan begeleidde wilden wel meedoen met de modeshow. En toen de persoon uitviel die de expositie zou aankleden, sprong Marjan ook bij. Ze was immers in het verleden etaleuse geweest. ‘Wil je ook helpen met andere zaken’, werd haar gevraagd. Dit was het begin van vele spraakmakende optredens. Marjan Aten, Gre Berkhout en Margaret Tromp traden bij diverse tijdelijke exposities op.
‘We voerden een hilarisch toneelstukje op dat iedere keer een eclatant succes was. Wanneer we werden aangekondigd, dan stroomden de aanmeldingen binnen.
Neef Peter Aten schreef de teksten. We fantaseerden van alles bij elkaar. Zo traden we bijvoorbeeld op als de Verkademeisjes, de Marsmeiden, Vurige Vrouwen of Blauwe Bruiden.’
Nul kennis
De geboren en getogen Zaankanter Marjan Aten had tot die tijd ‘nul’ kennis van de molens. Voor mij was het een ding met vier wieken. Ik was wel opgegroeid met molen De gekroonde Poelenburg, die toen nog tegenover ons huis stond in Oostzaan. Wanneer het vroor dan schaatsten we er wel eens naar toe. Toen ik bij het Molenmuseum kwam, werd ik getriggerd door de techniek. Daar moest ik meer van weten. Dit was zo interessant. Bij De Bleeke Dood ontvingen we met de educatiegroep schoolklassen. Ik hoorde daar zoveel van andere rondleiders, zo neemt je kennis steeds meer toe. Ook door de vele tijdelijke exposities waar je je dan in verdiept. Als suppoost in het museum ben ik veel gaan lezen. Op de website van vereniging De Zaansche Molen vind je alle beschrijvingen van de molens. Wanneer je het echter ziet, dan blijft het beter hangen.’
Wijzen
‘Bezoekers van Wereld van Windmolens, zoals het Molenmuseum nu heet, wijs ik vaak op het levend boekwerk op de bovenetage. De techniek is echt ingewikkeld als je daar niet bekend mee bent. Door de toepassing van de krukas kunnen de zaagramen een op en neergaande beweging maken. Wanneer de plaatjes uit het molenboek bewegen met een nagebootst binnenwerk, dan wordt het een stuk duidelijker.
Daarna wijs ik ze graag op de maquette van de molenmakerij. Het is toch indrukwekkend dat hier 80 mensen de kap, de wieken en de onderdelen aan het maken waren? Die werden later vervoerd en op de plaats waar de molen kwam te staan in elkaar gezet.
De manier waarop je vertelt is heel belangrijk. Mijn enthousiasme werkt aanstekelijk, dat krijg je terug. Je wilt de bezoekers immers boeien en triggeren. Wanneer ik na de rondleiding hoor: Het was heel erg interessant. Leuk hoor! En wat goed dat jij dit allemaal weet. Dan zeg ik: Dit zijn precies de drie dingen die ik wil horen.’
Inmiddels zou ik wel twee uur met mensen kunnen rondlopen om bezoekers van alles te vertellen. Dat is niet de bedoeling. Ze kunnen met een tag zelf de screens activeren, waardoor ze allerlei verhaaltjes horen en kunnen lezen. Het is natuurlijk heel verschillend hoeveel interesse de bezoekers hebben. Daar speel je op in.
Wanneer ik zie dat mensen blijven staan bij de maquette van papiermolen De Schoolmeester dan wijs ik ze op de film die op de bovenetage draait. Daar legt molenaar Arie Butterman in acht minuten uit hoe het proces van papiermaken bij de molen werkt. Dat is fantastisch om te zien.
Omdat de collectie grotendeels uit het oude museum komt, verschilt het voor mijn gevoel niet zoveel. Het komt hier wel schitterend tot zijn recht doordat het veel beter is geëtaleerd. Voor mij blijft hetzelfde dat de molens heel veel indruk maken. Nu kun je door de moderne techniek veel meer te weten komen door de screens. Je komt hier enorm aan je trekken.
Vrijwilligers
‘Ik zou wel een kijkje willen nemen een paar eeuwen terug. Ze maakten hier zoveel verschillende producten. Ook zou ik dan graag willen zien hoe de fabrieken om het gaandewerk van de molens werden opgebouwd. Hier ligt zoveel geschiedenis. Dat is superinteressant. Het is heel belangrijk dat dit behouden blijft. Elke dag leer ik bij. In het museum werken veel vrijwilligers. We zijn zeven dagen per week open. Heb je ook interesse? Het maakt niet uit of je nog geen kennis hebt. Je leert het vanzelf. Er is altijd iemand aanwezig die het antwoord weet of vertelt waar je het kunt vinden. Het is erg leuk om te doen. En we hebben het ook heel gezellig.’
Meer weten? Kom dan langs bij De Wereld van Windmolens, van Vereniging de Zaansche Molen.
Lees ook De Windbrief