‘Ik ben een Zaankanter en wilde graag als vrijwilliger iets betekenen voor mijn eigen buurt.’
Op 11 september 2001 werd Jeroen Olthof door Bea van Voorthuijzen, de toenmalige wijkmanager van Zaandam Zuid, gevraagd of buren het wijkoverleg een nieuwe impuls wilden geven. ‘Zo werd ik voorzitter van het wijkoverleg. Het was een ontzettend leuke tijd.
Zo kwam ik ook in contact met ambtenaren en ik heb een keer een wethouder gesproken. Dat was niet gebruikelijk met mijn achtergrond.
Na drie jaar vond ik het nog leuker om dit werk voor de hele stad te doen. In 2004 werd ik lid van de PvdA, dit was mijn eerste contact met de politiek. Hans Luiten was net terug uit Amsterdam en meer nieuwe mensen werden actief. Er ontstond een flow van nieuwe jonge mensen. In 2006 werd ik beëdigd als raadslid. Mijn oma was apetrots en vertelde het overal.
De Gemeenteraad was een bijzondere plek, hier kon je iets voor je stad doen.
Je kon voor onderwerpen waar je daarvoor nooit bij betrokken was echt een verschil maken. Dat is heel erg leuk. Het werd meer dan leuk. In 2007 werd ik fractievoorzitter, blijkbaar wekte ik veel vertrouwen als nieuwkomer. Het moeilijkste in een fractie van twaalf mensen waren de fractievergaderingen. Bij de PvdA zijn er altijd een paar voor en een paar tegen. Dat leverde flinke discussies op. Die waren pittiger dan de gemeenteraadsvergaderingen. Het was een ontzettend leuke tijd.’
Verbinder
‘Het was de periode dat PvdA landelijk het niet goed deed, het leek een regentenpartij te worden en dat riep veel weerstand op. Ik heb veel gewerkt aan de relaties met andere partijen.
De rode draad in mijn leven is dat ik een verbinder wil zijn.
Politiek is heel anders dan het bedrijfsleven. Politiek past goed bij mij. Toen Hans Luiten in 2009 belde om te vertellen dat hij stopte en of lijsttrekker iets voor mij was, hoefde ik niet lang na te denken. Ik was steeds meer met politiek bezig om het bij elkaar te houden en mensen te spreken.
Evelien steunt mij in alles. Ze heeft niets met politiek, maar ze vindt het hartstikke leuk dat ik het doe. Thuis praten we eigenlijk bijna nooit over politiek, ze geeft mij veel ruimte.
In 2010 werd ik lijsttrekker. De PvdA stond er landelijk heel slecht voor, we werden met de nek aangekeken. Tot Wouter Bos op een nacht de stekker uit het kabinet trok. De volgende dag was het sentiment compleet omgeslagen op straat. Opeens wilden mensen wel weer op ons stemmen. De landelijke politiek is heel bepalend.’
Er zijn volop voorbeelden hoe vluchtig politiek voor mensen is, dat ze stemmen op grond van een onderwerp zonder te weten hoe een partij over andere zaken denkt.’
Locoburgemeester
‘In 2010 verloren we flink, we gingen van twaalf naar negen zetels. We vormden een college met VVD, Groen Links en ZOG. Ik mocht financiën doen.
Ik kan niet beschrijven hoe trots ik was, dat ik als jongen van het Hanenpad wethouder en de locoburgemeester van Zaanstad werd.
Het was een ontzettend leuk college met Dennis Straat, Corry Noom, Robert Linnekamp, Barbara Visser en Leny Vissers-Koopman. Geke Faber werd burgemeester. Van haar heb ik heel veel geleerd. Het is een warme betrokken vrouw, we hadden met z’n allen een ontzettend leuke relatie.
Het was een periode van heel veel bezuinigen. De gemeente stond aan de rand van artikel 12 (wanneer een gemeente lange tijd grote financiële tekorten heeft dan kan de gemeente extra geld uit het gemeentefonds vragen. De gemeente levert haar financiële zelfstandigheid voor een deel in en krijgt een zogenoemde Artikel 12-status).
Ik denk dat we het goed hebben gedaan. Ik ben er trots op dat er politieke rust kwam, dat we zijn doorgegaan met Inverdan (herontwikkelingsprogramma van binnenstad Zaanstad aan de hand van masterplan architect Sjoerd Soeters) en het hebben afgemaakt. We stonden er financieel weer beter voor en hadden weer de regie over ons eigen geld.
Wonen heb ik altijd de meest ingewikkelde opdracht gevonden. De slechte funderingen zijn een ongrijpbaar monster.
Tot op de dag van vandaag raakt het me wat funderingsherstel betekent.
Zo worden mensen die met hun zuur verdiende geld een huis hebben gekocht geconfronteerd met hoge kosten voor een nieuwe fundering. Zij zijn niet in staat om dat op te lossen. Bij Zaanstad liepen we ver vooruit en hebben er veel aan gedaan, maar het is zo’n groot vraagstuk dat we niet echt onder controle krijgen. Zo kwam ik bij mensen thuis waar de ramen bol stonden en waar het huis op instorten stond, maar zij konden geen geld lenen. De gemeente heeft ook geen geld liggen om het allemaal op te lossen. We zijn wel met banken gaan praten over regelingen. En dan loop je ook tegen de systeemwereld aan, wat wel of niet mag. Het is heel moeilijk om daar oplossingen voor te vinden.’
NL is kortzichtig bezig met vraagstukken
‘Politiek zou lange termijn denken moeten zijn, maar is vaak korte termijn denken. Zo hebben we wijken gecreëerd met veel sociale woningbouw met evenveel problemen. Waar vroeger de arbeiders van Verkade, Bruynzeel en andere fabrieken woonden daar kwamen vaak mensen voor terug die extra aandacht nodig hadden. Wanneer het er teveel zijn in een complex dan vraag je om problemen. Zo vertelde een vrouw bij een bijeenkomst van woningcorporatie Parteon over de eerste bewoner in het kader van beschermd wonen. Mensen van de galerij hielpen met boodschappen en andere zaken. Dat is echt Zaans. En toen kwam de tweede met een rugzakje en toen de derde. Ze zag het kantelen. Mensen die het moeten dragen, zijn niet meer in staat om hulp te bieden.
Ze verhuisden en daar kwamen nieuwe mensen met persoonlijke problemen voor terug.
Daarom hebben we in 2018 een speciale Wet (werkzoekenden met inkomen uit een maatschappelijk beroep krijgen voorrang op de woning) geïntroduceerd in Poelenburg en Peldersveld. Niet om mensen een stigma te geven, maar om een kentering te krijgen. In deze wijken moet je niet nog meer sociale woningbouw toevoegen. Je wilt een gezonde wijk creëren zodat kinderen meer kans hebben op een goede toekomst. Wanneer je in een omgeving opgroeit waar veel werkloosheid is, veel echtscheidingen, verslavingsproblematiek, huiselijk geweld, wat is dan het perspectief voor kinderen? Zij willen ook verder komen. We hebben daar stappen in gezet. Daar is wel een lange adem voor nodig.’
Topsport op de kaart
‘Ik hou van sport. Mijn vader heeft zich ook altijd ingezet voor de sport. Samen gingen we in de weekeindes naar sportwedstrijden, naar interlance Zaan (volleybal), BV Zaandam (basketbal) en Nereus (waterpolo). En van jongs af aan voetbal ik. En dan ben je wethouder sport. Zaanstad stond niet bepaald bekend om de topsport, ook al was dit er wel. Zaanstad kent veel topsporters. Ik wilde een notitie schrijven met een heel hoog ambitie. Breedtesport en topsport zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zo wilde ik zwembaden, sporthallen, topsportaccommodatie. Ze zeiden tegen me: “Jeroen, dat kan niet.” Ik antwoordde: “En toch ga ik het opschrijven.”
Het werd een geweldige periode. We hebben in die periode de topsporthal De Koog, sporthal Zaandam Zuid en kunstgrasvelden gerealiseerd. En het 50 meter zwembad de Crommenije. Het Sportbedrijf Zaanstad nam het beheer van de sporthallen en de zwembaden over en zette het buurtwerk op. Ik ben supertrots dat we het nationaal volleybal- en handbalteam naar Zaanstad hebben gehaald voor wedstrijden in de topsporthal.
We hebben heel veel bereikt. Het was zo’n leuke tijd met mensen zoals Ad de Lange en Pieter Hildering. En met de mensen achter Topsport Zaanstreek, zoals Kees Koomen, Piet de Wit en veel anderen.
Achteraf gezien kregen we veel voor elkaar. Ik hoorde dat AZ op zoek was naar trainingsaccommodatie. Omdat in de naam AZ ook Zaanstreek voorkomt, werd er bij mij geïnformeerd of er hier een ontwikkellocatie was. Samen met Duco Stuurman en Cees Tip besloten we: “Dit gaan we gewoon doen.” Er zat zoveel energie, dit gaan we waarmaken. We hadden eerst iets verzonnen, en daarna moest de organisatie het organiseren. Dat zou nu niet meer kunnen. Een paar maanden later werden de handtekeningen gezet en weer een half jaar later werd er getraind in de Kalverhoek. Er staat nu een prachtig mooi complex op het Kalf van AZ.’