‘De eerste duizend dagen van een kind zijn heel belangrijk. In die periode leert een kind de basis van een taal.’
Els van Caspel is coördinator gezinsaanpak bij De Bieb voor de Zaanstreek. ‘Door wetenschappelijk onderzoek weten we hoe belangrijk het is dat je veel praat tegen een baby (in de buik) in de taal die je het beste spreekt. Zo hoort het al veel woorden. We organiseren via De Bieb veel activiteiten om ouders te enthousiasmeren om met hun kind veel te praten en voor te lezen. Zo komen er vrijwilligers thuis bij gezinnen met jonge kinderen om voor te lezen. De ouders zien hoe leuk kinderen dat vinden en hoeveel nieuwe woorden het leert.
Zing een liedje en het kind heeft veel plezier.
Bij de Ouder en Kindgroepen lezen we ook voor zodat ouders zien hoe leuk en leerzaam voorlezen is.’
Prentenboeken zijn zo leuk!
‘Door (prenten)boeken leren kinderen veel nieuwe woorden. We hebben in onze collectie ook boeken in andere talen om kinderen voor te lezen.
We willen voor onze wereldzwerfboekenkast graag mooie prentenboeken in allerlei talen en dialecten om kinderen voor te lezen. Heb je een prentenboek of boek tot de leeftijd van 12 jaar in een andere taal of dialect? Breng ze dan langs bij de servicebalie bij De Bieb in Zaandam, Krommenie en Wormer. We plaatsen ze in een wereldzwerfboekenkast. Ouders kunnen hier gratis een boek meenemen, en ze aanvullen met andere boeken in allerlei talen en dialecten.’
In welke taal praat je met je kind?
Door wetenschappelijk onderzoek weten we dat het belangrijk is dat ouders tegen het kind praten in de taal die zij het beste beheersen. Een kind leert zo veel woorden. Wanneer je het woord kent in je thuistaal, dan ben je daarna beter in staat om het Nederlandse woord te leren. Natuurlijk is het belangrijk dat de ouders zelf ook goed Nederlands leren. Zo krijgen ze meer zelfvertrouwen en wordt het makkelijker om mee te doen in de maatschappij. Je kunt je kind beter begeleiden en zo hoeft je kind later niet te tolken voor jou.
Meertaligheid is heel waardevol. Iedere taal en dialect is even belangrijk.
Wanneer je de thuistaal goed leert, dan wordt het makkelijker om andere talen te leren.
Je hoeft het niet perfect te spreken
Hanya heeft een Duitse vader en een Taiwanese moeder. Ze groeide op in Duitsland, studeerde in Amerika en werkte in Zwitserland: ‘Ik ben opgevoed met twee talen. Als kind was ik wel onzeker of ik wel goed genoeg Chinees sprak. Het hoeft echter niet perfect te zijn.
Mijn man komt uit Ivoorkust en we hebben elkaar in Amerika leren kennen. Hij spreekt Frans met onze dochter, samen praten we Engels. Ik praat in het Chinees tegen mijn dochter. Ik was eerst onzeker welke taal we moesten gebruiken. Daarom had ik me aangemeld voor het webinar Taal in de zwangerschap van De Bieb/GGD. We kregen het advies dat we allebei onze eigen taal moesten gebruiken. Op de kinderopvang leert onze dochter Nederlands.’
Makkelijk omschakelen in een andere taal
Sinds een paar jaar woont ze met haar man in Zaandam. Hanya is hoogopgeleid en spreekt al goed Nederlands. ‘Het lijkt wel op Duits en daardoor is het voor mij relatief makkelijk om deze taal erbij te leren. Mijn moeder heeft vroeger Chinees met mij gepraat. Zo leerde ik het Mandarijn.
Als kind leer je heel makkelijk omschakelen in verschillende talen. Dat was heel leuk totdat mijn moeder bang was dat ik het Duits niet goed zou leren en achterstand zou oplopen op school. Zij had zelf Duits gestudeerd en wist hoe moeilijk deze taal was. Daardoor ging zij ook Duits met mij praten. Er was geen Chinese zondagsschool. Ik begreep het Chinees wel, maar was bang om het te spreken omdat ik dacht dat het niet goed genoeg was. Nu denk ik dat mijn Chinees nog niet zo slecht is.
Ik spreek Nederlands met een Duits accent. Het belangrijkste is dat je veel praat om je te verbinden met andere mensen.
Doordat mijn man en ik allebei opgevoed zijn in meer talen leren we heel makkelijk Nederlands. Je pikt heel snel woorden op.’
Mooi zinnen met nieuwe woorden
Els vult aan: ‘Als je veel met je kind praat in goede zinnen en elke dag voorleest, dan krijgt je kind een rijk taalaanbod. Het leert zo ook veel over de omgeving waardoor het nieuwe woorden beter onthoudt. Daarom is het zo belangrijk dat ouders veel praten tegen een kind. Als ze alleen maar korte zinnen horen zoals “Kom hier” of “Niet doen” dan hebben ze een heel beperkte woordenschat.’
Hanya: ‘Vroeger was ik bang dat ik een taal niet perfect sprak. Daar denk ik nu anders over. Je kunt beter proberen veel te praten. Door te oefenen leer je het. Het leven is zo moeilijk als je de taal niet spreekt en de grapjes niet begrijpt. Dat is heel jammer. Ik maak nu veel makkelijker contact. Voor De Bieb heb ik prentenboeken in het Mandarijn en Engels meegenomen. Er zijn zoveel leuke kinderboeken!’
Zwerfboekenkast
Els: ‘Op 21 februari, de dag van de moedertaal, wordt de wereldzwerfboekenkast geopend met kinderboeken in allerlei talen en dialecten. Voorlezers, zoals Hanya, gaan kinderboeken voorlezen in verschillende talen. We hopen dat veel ouders mooie boekjes in allerlei talen en dialecten langsbrengen. De boekenkast krijgt de vorm van een Zaans huis waar we vogelhuisjes aan hangen. Vogels trekken de wereld over en strijken neer op een plek waar een taal bij hoort. Al die talen hopen we terug te zien in de boeken. We hopen dat de meertaligheid gaat leven in de Zaanstreek.’