Kogerveld zonder buurthuis? Voor buurtbewoners Henny, Tiny en Mirjam Remie was het ondenkbaar. Met succes knokten ze voor een nieuwe ontmoetingsplek in de wijk. Onlangs was de officiële opening van De Hoed. ‘We hebben een buurthuis opgezet zoals wij denken dat een buurthuis hoort te zijn.’ Hoofdingrediënt: het wij-gevoel.
Henny Remie is het type ruwe bolster, blanke pit. Woedend was hij toen buurthuis De Veldschuit anderhalf jaar geleden noodgedwongen de deuren sloot. Na het faillissement van Welsaen, de stichting die de buurthuizen van Zaanstad beheerde, was de gemeente niet van plan het pand, gelegen in de Noorder Valdeursloot aan de Zaandamse Veldbloemweg, te kopen. Daarmee was het lot van het buurthuis beslist. Henny mobiliseerde een groep krakers om De Veldschuit te bezetten. Hij zou het buurthuis kostte wat kost voor de wijk behouden.
Verknocht
Al 45 jaar wonen Henny en zijn vrouw Tiny in Kogerveld. Aan de wijk zijn ze verknocht geraakt. ‘Voor geen miljoen wil ik hier weg,’ vertelt hij. ‘De wijk is groen en ruim opgezet. Het is hier heerlijk wonen,’ valt Tiny hem bij. Samen zijn ze al die jaren bij het buurthuiswerk betrokken geweest.
De wijk zou altijd de winnaar zijn.
Henny zette zich op vrijwillige basis in voor De Veldschuit. Tiny was als beheerder in dienst van Welsaen. Met een groep vrijwilligers gaven ze vorm aan verbindende activiteiten, van het bouwen van huttendorpen met kinderen in de zomervakantie tot het organiseren van integratieprojecten in samenwerking met de toenmalige moskee. De vanzelfsprekendheid waarmee haar ouders zich voor hun buurt inzetten, werd dochter Mirjam met de paplepel ingegoten. ‘Een wijk als dit hoort een ontmoetingsplek te hebben waar mensen kunnen samenkomen.’
Telefoontje
De kraakactie liep wat uit de hand, geeft Henny toe. Politie erbij en een groot stuk in de krant waarin hij met een beschuldigende vinger naar de gemeente wees. Daarna kwam dat alles veranderende telefoontje dat Henny niet snel vergeet. ‘Ron Sman belde. Hij was van de Odd Fellows, een club vergelijkbaar met de Rotary. Ze wilden De Veldschuit kopen en ons een aanbod doen. Maar dan moesten de krakers vertrekken. Ik regelde het meteen. Ook de krakers wilden dat de schuit voor de buurt behouden bleef. De wijk zou altijd de winnaar zijn, dat was mijn uitgangspunt.’
Nog diezelfde middag zat Henny met Ron Sman om tafel. Als Henny een stichting met een bestuur zou opzetten, kon die stichting een deel van De Veldschuit huren om er een buurthuis van te maken. Bij al het papierwerk dat nodig was, inclusief het aanvragen van subsidies uit fondsen, kreeg Henny hulp van de club van Sman. En nog steeds staat de Odd Fellows het buurthuis met raad en daad bij. Bij de opening schonk de serviceclub het buurthuis een cheque van 1500 euro ten bate van activiteiten om de eenzaamheid in de wijk tegen te gaan.
Tweedehands materialen
Met het failliet van Welsaen was de inboedel bij opbod verkocht. Met tweedehands materialen en spullen bouwden Henny en zijn gezin met een groep vrijwilligers uit de buurt De Hoed op, zoals het nieuwe buurthuis zou gaan heten. Spontane hulp kwam ook van een groep vluchtelingen uit de opvang in het ’t Veldpark in Zaandam, die Mirjam had leren kennen.
Op de benedenverdieping vestigde zich het sociaal wijkteam, dat aanklopte voor een samenwerking met het buurthuis. Henny geeft toe dat hij aanvankelijk zijn bedenkingen had. ‘Ik verwachtte dat we twee eilandjes zouden zijn met een brug ertussen. En in het begin botste het ook. Dan zetten zij hun kopjes in de keuken neer, terwijl wij dachten: ruim ze nou gewoon even op. Bovendien zijn zij bezig met allerlei problematieken in de wijk, zoals eenzaamheid onder ouderen. Wij gaan voor de gezelligheid.’
I love het wij-gevoel.
Toch werd het angstbeeld van de twee eilandjes geen werkelijkheid. ‘Nu we elkaar hebben leren kennen, gaat het allemaal een stuk gemoedelijker,’ zegt Mirjam, die het beheer van De Hoed op zich heeft genomen. ‘Die meiden van het wijkteam zijn stuk voor stuk aardige mensen.’
Het gezin spreekt inmiddels van een waardevolle samenwerking met het wijkteam. Als voorbeeld noemt Henny de wekelijkse inloop waar eenzame ouderen een praatje kunnen maken, wat drinken, sjoelen. Blijkt uit zo’n praatje dat mensen tegen problemen aanlopen, dan kunnen de vrijwilligers van het buurthuis ze in contact brengen met het wijkteam.
Aan die vrijwilligers geen gebrek. Buurtbewoners staan in de rij om die ochtend een handje te mogen helpen. En ook voor de kinderactiviteiten op woensdagmiddag zijn er vooralsnog voldoende helpende handen. Henny heeft daar wel een verklaring voor. ‘We wonen hier al jaren en daardoor kennen we veel mensen. De drempel om mensen persoonlijk te vragen of om ons te benaderen is klein.’
Saamhorigheid
Ook het gevoel van saamhorigheid zorgt ervoor dat buurtbewoners zich graag inzetten voor het buurthuis. ‘In het begin heb ik het gemist, hoor,’ zegt Henny. ‘Ieder deed zijn eigen ding. De een de afwas, de ander een andere klus, en dat was het. Het voelde niet als met elkaar de schouders eronder zetten. Tijdens een vergadering riep ik dat ik het wij-gevoel miste. Wat denk je? Zaten ze tijdens de volgende vergadering tegenover me in een T-shirt met de opdruk I love het Wij-gevoel.’
Hij lacht erom, maar het is hem menens. Dat het buitenlandse vrouwenoverleg niet wilde dat anderen tijdens hun bijeenkomsten binnenliepen, schoot hem in het verkeerde keelgat. Hij liet de vrouwen weten dat als ze dat werkelijk wilden, ze voortaan huur mochten betalen. Hij bracht het als een grap met een serieuze ondertoon. ‘Ik zei: “Denk er maar eens over na. En als je eruit bent, kom je helpen bij de kinderactiviteiten en de oudereninloop.”’ Tiny: ‘Dat is saamhorigheid. Niet ieder zijn eigen clubje, maar met elkaar.’
Buitenlandse maaltijd
Hun boodschap wordt begrepen. De vrouwen bereidden onlangs een buitenlandse maaltijd voor de ouderen van de inloop. Een nieuwe buurtmaaltijd staat in de planning.
Twintig tot dertig uur per week is Henny in de weer voor het buurthuis. Mirjam en Tiny schatten dat zij er tussen de tien en twintig uur per week mee bezig zijn. Henny wil dat graag gaan afbouwen, om het stokje aan de jongere generatie te kunnen doorgeven. ‘Ik heb ons een jaar gegeven om het neer te zetten,’ zegt hij.
Of het hem daarna gaat lukken het buurthuiswerk écht los te laten? De tijd zal het leren. Erg gemakkelijk zal het niet zijn, weet ook Tiny. ‘Het is gewoon erg fijn om iets voor mensen te kunnen betekenen.’
Hoe je van je buurthuis een succes maakt? Twee tips van Henny!
– Bouw je iets op vanuit het niets? Zorg voor draagvlak binnen je wijk. Nodig sleutelfiguren uit de wijk uit om met elkaar van gedachten te wisselen. Draagt de wijk je idee, ga er dan mee verder.
– Ga eigenwijs door, wat er ook gebeurt!
Buurthuis De Hoed vind je ook op Facebook. Ook het Sociaal Wijkteam Zaandam Noord-Kogerveld heeft er een pagina.