Ad de Lange werd in 1992 eigenaar van Bar Babbels. ‘De naam Babbels kwam naar boven via een prijsvraag. Het moest een gezellige naam zijn waar ook iets van rock in moest, omdat er vaak rockmuziek werd gedraaid. Zo kwamen de mondjes van de Rolling Stones in beeld.’
De aangeleverde foto’s bij dit verhaal zijn gemaakt door Suzy Q, Dennis Koopman, Pascal Fielmich en wellicht ook andere fotografen?
Eerder vertelde Ad de Lange over het leven voor Babbels. Onderstaand verhaal is gedeeltelijk verschenen in het boek Pieter Hildering, van armoede naar rijkdom. Daarin vertelt Ad de Lange over de rol die Pieter Hildering speelde bij Babbels Live.
‘Bar Babbels was een feestcafé. Ik draaide zelf muziek, dan volg je je eigen smaak. Die is heel divers. Alle grote concerten bezocht ik, ik heb alles wel gezien. Omdat ik veel rock draaide, kwamen eerst de Hells Angels. Daarna plakte ik een feeststicker op Babbels. Toen ik Jantje Koopman ging draaien, kwamen de Hells Angels niet meer.
Vaak kwamen er bandjes langs met de vraag of ze bij Babbels mochten spelen. “Natuurlijk”, zei ik. “Als het jullie en mij bevalt, dan doen we het vaker. Zo niet, dan stoppen we er weer mee.”
In Ierland heb je jamsessies in het café waar de tandarts met de bouwvakker samen speelt. Dat wilde ik ook in mijn café. Zo breng je mensen samen en zo gebeurde het. Op vrijdag en zondag was het feestcafé en op zaterdag was er muziek. Er kwam allerlei soorten muziek voorbij, dat vind ik juist leuk. Muziek is het belangrijkste in mijn leven.’
Vanaf 1993 organiseerde Ad de Lange Parkpop. ‘Het Agathepark in Krommenie is een geweldige plek, zo kon ik meer lokale bandjes een plek geven op een dag.’
De Dijk
‘Al in 2012 begonnen mensen bij Babbels het idee te opperen om De Dijk naar Parkpop te halen. Ze zeiden: “Je programmeert meestal onbekende bands, maar je moet De Dijk halen. Huub en Hans van der Lubbe zijn opgegroeid in Krommenie. Ze hebben hier nog nooit gespeeld.’
Nee is geen antwoord en ik ging nadenken. In het Agathepark kunnen hooguit 2000 mensen, op De Dijk zouden wel 5000 mensen afkomen. Waar zouden we dat moeten doen? Ik ging rekenen. Voor het betalen van de hoofdband, het podium, de beveiliging en andere bands zou ik € 140.000 nodig hebben.
Nikki Visser, secretaresse van Pieter Hilderingilderi, was vaste klant bij Babbels. Ze vertelde Pieter over het gerucht in het café. Hij nam toen contact met mij op in 2013.
“He Ad, ik hoorde dat jij De Dijk wil halen?”
“Dat wordt aan mij gevraagd.”
“Heb je al een terrein?”
“Nee, maar laat ik eerst maar eens nadenken of ik dat wel wil.”
“Je kunt het terrein van Sporting krijgen. Daar worden later huizen op gebouwd. Je moet het op dat veld doen.”
Inmiddels verschenen er artikelen in de krant over het idee. En we informeerden bij de gemeente of we een vergunning konden krijgen. Wethouder Jeroen Olthof ging over het terrein van Sporting. Hij kende Pieter Hildering al. Bij een bijeenkomst op het stadhuis zei hij: “Jullie zijn twee mensen waar ik in geloof. Jullie zijn allebei sociaal. Alles wat jullie doen, doen jullie goed. Hadden jullie al een terrein in gedachte?” Wij noemden het terrein van Sporting.
“Dat veld, dat gaan we regelen,” zei Jeroen Olthof.
Ik zei toen: “Maar ik weet niet of ik het wel wil.”
Pieter: “Hij gaat het doen.”
Ik sputterde tegen: “In het meest negatieve scenario verlies ik € 35.000. Ik heb een jong gezin, ik kan niet zomaar dingen doen waardoor mijn gezin in de problemen komt.”
Pieter: “Als jij dat bedrag verliest, dan betaal ik het.”
“En, wat als ik geld verdien?”
“Dan spaar je het. Als het ieder jaar meer wordt, dan wil ik op termijn Armin van Buuren hier zien. Ik hoef niets van de winst, die is voor jou.”
Contract De Dijk
‘En toen kwam het contract van De Dijk. Ze wilden voor € 15.000 spelen met daarbovenop een bedrag per persoon. Je kon ze ook uitkopen voor € 30.000.
Pieter: “We gaan ze uitkopen! Ze gaan niet meeprofiteren van jouw winst. Ben je besodemieterd.”
Het gesprek met De Dijk verliep moeizaam, want zij wisten niet of ze van een kroegbaas hun geld wel zouden krijgen. Ze waren inmiddels door schade en schande wel wijs geworden. Ze gingen echt niet op een pukkel op een voetbalveld spelen. Ze wilden een podium van 24 bij 20 meter.
Pieter nam contact op met het management die het nog steeds niet vertrouwde. ‘Wat willen jullie dan?” vroeg Pieter.
“We willen gewoon € 30.000 en dat er aan de voorwaarden wordt voldaan.”
“Dat laatste is al geregeld en het bedrag staat nu op jullie rekening.” Toen was het management stil. De Dijk moest komen.’
Geloof in mij
‘Iedere twee weken hadden we een vergadering. Pieter was daar vaak bij. Een maand van tevoren moesten we de andere artiesten en het licht en geluid betalen. We hadden nog niet genoeg tickets verkocht, dus wij dachten aan acties. Pieter was op dat moment in Japan. “Niets geen acties, je gaat geen kaarten weggeven. Binnen het uur heb je € 45.000 op je rekening, dan kun je de artiesten en andere kosten betalen. Het komt allemaal goed.”
“Oké”, zei ik.”
Pieter stuurde het geld en wij konden weer verder. Doordat de kosten gedekt waren, hadden we een zorg minder. Daarna kwamen de ideeën hoe we het nog leuker, mooier en groter konden maken. Het was het eerste grote festival, dus we moesten met z’n allen het wiel uitvinden. We hadden een groep van tien mensen en iedereen bedacht wat.
Toen De Dijk speelde op 22 juni 2014 wilden we direct interessant doen, we vroegen burgemeester Geke Faber om het festival te openen. Pieter en ik kenden haar. Van Jeroen Olthof had ze al gehoord: “De twee cowboys uit Krommenie gaan wat doen.”
Met Geke Faber stond Pieter die dag op het podium. Hij regelde van alles. “Kan ik je ergens mee helpen?”
Parkpop had ons een groot huiskamergevoel gegeven. Nu met Babbels live was het net echt. We zagen De Dijk spelen en het hele veld stond vol met zesduizend feestende mensen. Dat was een fantastisch kippenvelmoment. Het was heel bijzonder. Dat zullen we nooit vergeten. Het was net echt.
We hadden zelfs een tweedaags festival neergezet met bands, zoals Edwin Evers & Friends, Niels Geusebroek met band en vele anderen.
Pieter vond het prachtig dat de mensen tevreden waren. Hij wilde ze bij elkaar brengen. Op afstand genoot hij van het feest, hij deed niet mee met de polonaise. “Hier doen we het voor Ad. Volgend jaar weer.”
We hadden iets neergezet. Het is steeds verder gegaan. Omdat het sportveld werd verkocht aan een ontwikkelaar zijn we naar Assendelft gegaan. Het laatste jaar is hij er niet meer bij geweest vanwege die vreselijke ziekte. In januari 2018 overleed hij.
Hij wilde nog wel een pot maken van € 100.000 voor Babbels Live. Dat wilde ik niet. Anders zou ik er altijd op aangekeken worden dat ik het festival organiseer met de centen van een ander. Het was tijd om als grote jongen op mijn eigen benen te staan.
Als Pieter er niet was geweest, dan was Babbels Live er nooit geweest. Bij leven heeft hij het altijd gesteund.’
De kroeg komt nooit meer terug
‘Mensen kwamen samen bij sport, in de kroeg en bij evenementen. Het café is minder belangrijk geworden in de maatschappij. In mijn tijd kwam je naar de kroeg voor een meisje, de kroeg staat nu op de zesde plaats. De supermarkt op de eerste plaats. Door de jarenlange economische crisis kwamen er steeds minder mensen. Het geld konden ze maar een keer uitgeven, cafébezoek is dan een luxe. En cafés kregen te maken met wetgeving waarbij jongeren onder de 18 jaar gecontroleerd moesten worden op leeftijd. Zij gingen dan thuis drinken. Als de loop eruit is, dan is het voorbij.'
Er waren een aantal tegenslagen en toen was er eind november 2017 ook nog een brand bij Bar Babbels. Op zijn 65e verjaardag was Ad de Lange ontvoerd door vaste klanten om het in Amsterdam te vieren. Ze liepen in polonaise toen Ad gebeld werd door zijn schoonmoeder. Bar Babbels stond in de brand. In juli 2019 sloot Ad de Lange de bar.
Serie Ad de Lange
Nieuw Festivalverhalen
Ad de Lange (1): Op zoek naar gezelligheid