Op een prachtige locatie in het veenweidegebied van Wijdewormer is een verbouwde boerderij een logeeradres voor mantelzorgontvangers. Het Buitenhuis is niet bedoeld voor crisisopvang, wel voor de ontlasting van mantelzorgers.
Marjoleine van den Broek, kwartiermaker en coördinator van het Buitenhuis, wist uit eigen ervaring hoe overbelast mantelzorgers kunnen zijn. Lees haar eerdere verhaal. ‘Onze doelgroep zijn mensen die nog thuis wonen en daar bewust voor kiezen. Het verzorgingshuis is nog een brug te ver. Het leven is niet alleen zorg, maar zeker ook nog leuk.’
Megamooi project
Februari 2022 ging het Buitenhuis open. ‘Inhoudelijk is het een succes. We krijgen veel gasten, vaak zitten we vol. Het voldoet dus aan een behoefte. De gasten en de mantelzorgers ervaren het als een fijn verblijf. We weten dat de drempel voor het eerste bezoek best hoog kan zijn Wij kunnen wel vertellen dat je het kunt zien als een vakantie, maar de meeste gasten ervaren dat niet zo als ze hier nog nooit geweest zijn. Zij blijven liever thuis in hun vertrouwde omgeving.
Wanneer ze wel de drempel zijn overgegaan, dan merken ze dat het hier ongedwongen is. Gasten kunnen hun eigen dingen doen. Wanneer ze het supergezellig hebben met andere gasten dan is het ijs gebroken. Vervolgens komen ze makkelijker terug omdat ze andere mensen ontmoeten. “Ben jij er ook de volgende keer?” Zo ontstaan nieuwe vriendschappen, dat is superleuk. Meer dan de helft van de gasten is al vaker geweest.
Voor mantelzorgers is het fijn dat ze door het Buitenhuis nu meer kunnen plannen, omdat ze weten dat de persoon voor wie ze zorgen in goede handen is. Mantelzorgers geven aan dat het hen echt helpt. Ze laten iemand met een goed gevoel achter. Zo hebben ze even tijd voor zichzelf, voor een vakantie, operatie of iets anders.
We merken vaak hoe zwaar mantelzorg is. Dit levert spanningen op. Je ziet veel leed en situaties die tot een crisis kunnen leiden.
Hoe werkt het Buitenhuis?
‘Voordat een gast komt is er een uitgebreid telefonisch gesprek met mantelzorgers. Je kijkt niet alleen naar de zorg, maar ook naar het welzijn. Het is voor ons belangrijk om te weten over gedragingen, het dagritme, en eetpatroon zodat je dat van tevoren in kaart kan brengen. Iedere gast heeft andere zaken waar je rekening mee houdt. Daarom is het wel fijn als mensen terugkomen zodat je iemand al kent.
De verblijfsduur verschilt. Het varieert van een proefnacht tot een verblijf van een kleine vier weken. De gemiddelde verblijfsduur is 6,5 dagen.
We hebben zeven appartementen met een sta-opstoel, eigen keuken, tv, comfortabel bed, badkamer en toilet. De luxe kamers zijn gezellig ingericht. Hier ontvangen de mensen hun eigen gasten. Zij komen ook op de koffie en eten soms mee. Dat maakt het heel levendig.’
Hoe ziet het leven bij het Buitenhuis eruit?
‘In de grote gemeenschappelijke ruimte wordt het ontbijt, de lunch en avondeten geserveerd. Eten verbindt hier letterlijk. Niemand eet op de eigen kamer, terwijl dat wel kan. Het ritme van de gasten is bepalend. Zo kunnen ze van 8 tot 10 uur ontbijten op het tijdstip dat ze zelf gewend zijn. De gasten lezen een krant of maken een praatje. Daarna gaat iedereen zijn of haar eigen gang. Sommige mensen vinden het fijn om in hun eigen appartement te zijn, terwijl anderen een groot deel van de dag in de gemeenschappelijke ruimte zijn. Daar kun je een spelletje doen of iets creatiefs of gewoon gezellig een praatje maken.’
Wat is de kracht?
Het ijs is vaak snel gebroken wanneer de gasten zien dat er meer mensen verkeren in dezelfde situatie. Vaste patronen worden doorbroken, de sociale interactie met andere gasten werkt heel goed. En de aandacht die ze krijgen. We horen vaak dat gasten en mantelzorgers het een fijn verblijf vinden: de woorden gezelligheid en warm gevoel krijgen we vaak terug. Het verbreedt de horizon wanneer de mensen er even uit zijn. Je ziet ook dat mensen elkaar helpen. Ze voelen zich nuttig, dat is prachtig om te zien.
Gasten vinden hier rust. Ze voelen zich soms schuldig omdat ze weten dat ze thuis veel extra zorg nodig hebben. Ze zien dat ook bij anderen. Dat ze even uit die situatie zijn, doet ze heel goed.’
Het Buitenhuis heeft een regionale functie. Via verschillende kanalen, zoals de WMO en verwijzers, kwam de stroom gasten al snel op gang. Na een paar maanden hadden ze de ambitie voor 80% bezetting al bereikt.
Wat zijn de uitdagingen?
‘We zitten nu al regelmatig vol. Toch kan dit voortdurend wisselen, omdat iemand alsnog naar een verzorgingshuis gaat, veel slechter wordt of overlijdt. Het leven hier is heel ad hoc.
De grote uitdaging is om het organisatorisch en financieel voor elkaar te krijgen. De wet- en regelgeving vereist dat gekwalificeerde zorgmedewerkers op de werkvloer. Daar is een groot tekort aan, en dit werk vraagt ook wel veel van mensen. Je moet veel schakelen en je steeds opnieuw aanpassen. Niet iedereen is hier geschikt voor.
De vrijwilligers kleuren het Buitenhuis. Zij zijn er voor slaapdiensten, koken en activiteiten. Ze maken er een feestje van. Dit zijn echt toppers.
De wet en regelgeving met de bijbehorende bureaucratie, daar word je niet altijd vrolijk van. Dit zou veel efficiënter kunnen. We hebben aangetoond dat het een belangrijke voorziening is in het langer thuis wonen.
Het is een mooi avontuur waar ik heel veel van leer. Het is intens maar geeft geen stress, daarom hou je het vol. Ik geloof dat we een voorziening als het Buitenhuis nodig hebben. Het is mooi om daaraan bij te dragen. Hopelijk is straks ook een Buitenhuis als mijn man en ik dat later nodig hebben, zodat onze kinderen niet dezelfde worsteling hoeven mee te maken die wij hebben doorgemaakt.’
Toekomst
‘We willen het Buitenhuis door ontwikkelen. Dagbesteding is normaal van 10 tot 16 uur. Een mantelzorger heeft soms ook behoefte aan ruimere tijden. Daarom willen we op korte termijn ook structureel aanbieden dat mensen hier van 8 tot 22 uur terecht kunnen voor dagverblijf. Dat is nu nog beperkt mogelijk maar we zijn druk met het uitwerken van onze zogenaamde coffee & care arrangementen. We hebben daarvoor financiering nodig en een extra locatie.’