In de Gouden Bocht in Zaandijk vind je aaneengesloten monumenten uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Hier woonden de grote molenaars en de industriëlen die de Zaanstreek zo beroemd hebben gemaakt. In deze notabelenbuurt aan de Zaan stonden onder meer de koopmanshuizen van Honig en Duyvis. Naast de weg lag vroeger een wegsloot.
Museumgids Honig Breethuis
In 2005 liep Margriet van Lokhorst uit Zaandijk met de jaarmarkt langs het Honig Breethuis. Een kennis sprak haar aan of zij interesse had om gids of gastvrouw te worden. ‘Dat leek me leuk, dus ik heb me opgegeven. Eerder had ik 40 jaar in een juweliersbedrijf in Amsterdam gewerkt. Het contact met mensen vind ik erg leuk. Dat heb ik hier ook. En de vrijwilligersclub verrijkt je leven.
Het is heel leuk om hier rond te lopen, het is mooi om te zien. Maar ik zou hier voor geen goud willen wonen. Ik hou niet van oud, en het is hier koud en gehorig. Voor mij kan mijn eigen huis niet modern genoeg zijn. Maar ik kan de historie heel goed waarderen. Het herinnert me ook aan de huizen waar mijn grootouders vroeger woonden. Dat is erg leuk.
Al snel ben ik toegetreden tot de PR-commissie. Ik heb toen de wandeling opgepakt, want rond het Honig Breethuis is zoveel boeiends te zien waar je over kunt vertellen. Sinds een jaar of vijftien leid ik mensen rond over de dijk.’
Ontstaan Lagedijk
‘De Lagedijk dateert van 1494. In dat jaar vroeg Heyndrick Pieterz (later bekend als Oud Heijn) aan de schout en schepenen – oftewel de Banne Westzaan die hier regeerde – of hij hier een huis mocht bouwen. Zijn vijf zonen kregen daarna ook toestemming voor de bouw van een huis langs de Zaan. Dit was de start van het buurtschap Zaandijk.
Het was een moerasgebied waarbij de dijk was opgeworpen als waterkering. In die tijd had eb en vloed nog veel invloed omdat de Zuiderzee nog niet was afgesloten en ingepolderd.
In 1610 stonden er nog maar vijftig huizen. Aan de Zaan stonden verschillende molens.’
Veel verteld wordt het verhaal dat de mensen tussen gemaal ’t Leven en molen De (Bleeke) Dood in woonden.’
Sobere rijkdom
‘De meeste huizen aan de Lagedijk werden tussen 1750 en 1900 gebouwd. Hier woonden veel welvarende doopsgezinde families. Daarom wordt de Gortershoek of de Gouden Bocht ook wel de Mennonietenbocht genoemd, naar de afstammelingen van Menno Simons. Omdat doopsgezinden niet in loondienst mochten werken vanwege hun geloof werden ze gedwongen zelfstandige ondernemers. Ze werden handelaren en dat bracht ook welvaart. Kenmerkend voor doopsgezinden is dat zij sober leefden en niet pronkten met hun welvaart.
Maar als je bijvoorbeeld naar de aquarellen van de familie in het Honig Breethuis kijkt dan zie ik ook dat ze prachtige sieraden en kledij droegen bij speciale gelegenheden.’
De Gortershoek is nog altijd een welvarende buurt vanwege de monumentale koopmanshuizen met mooie gevels en doorkijkjes naar de Zaan en molens op de Zaanse Schans.
Tegenwoordig is het een beschermd dorpsgezicht.
Contrast
Langs de Zaan stonden de molens, fabrieken en werven. Dwars op de Zaan lagen de sloten met de paden met kleine houten arbeiderswoningen.
‘Tijdens de wandeling laat ik de historische paden, steegjes en glopjes zien. Langs de dijk woonden de welvarende mensen, vaak doopsgezinden. Het contrast met de mensen die in de molens werkten en vaak in grote armoede vlakbij woonden langs de paden is heel groot.
Het verschil tussen arm en rijk was in die tijd heel groot. Zo kookten de bewoners van bijvoorbeeld de families Honig en Breet niet voor zichzelf. De maaltijd werd in belendende percelen voor hen bereid.’
Molenverhalen
‘Aan het Hazepad bij het Zaandijkersluisje stonden ooit wel zeven molens, zoals de Wagenschotzager De Haas die heel dun eikenhout sneed. Dit “wagenschot” werd gebruikt als wandafscheiding. Ik vertel tijdens de rondleiding ook over de Braziliaanse houtsoort parselei. Dit werd geraspt en de rode kleurstof werd gebruikt voor de verfindustrie. Tijdens de wandeling vertel ik waarom de Parseleimolen moest wijken.’
Weefhuis en beeldentuin
‘Het Weefhuis was het eerste huis aan de overzijde van de Lagedijk dat dus niet aan de Zaan grensde. Het is in 1650 gebouwd als werkschuur door de handelaar Simon de Lange. De zandstenen beelden die Bacchus, Morgen, Middag, Avond en Nacht voorstellen, zijn gekocht door de rijke koopman Claes Adriaanzn Honig. Ze komen uit een lusttuin van Huis van Polanen te Halfweg bij Haarlem, het enige huis dat er toen stond.’
Symboliek
‘Als je goed kijkt, dan kun je zelf ook veel ontdekken. Maar vaak kijken mensen niet omhoog. Tijdens de wandeling vertel ik over de symbolen die je kunt zien in de snijramen boven de deuren. Die verwijzen bijvoorbeeld naar molens aan de overkant van de Zaan die zijn verdwenen.’ Zo kun je een houten gevel zien met als bekroning Louis XIVe-stijl met een calvinistische inslag. Met andere woorden: een barokstijl met veel krulwerk, maar wel sober.
‘Leuk is ook het verhaal over de belastingen. Toen die werd ingevoerd rond 1810 voor deuren en ramen gingen mensen hun kleine vierkante hoekramen vervangen door een groot rond raam. Dit gold dan als één raam. Vanwege de belasting op wagenschot plakten mensen daar behang over. En klein zilverwerk werd begraven, ook weer vanwege de belastingplicht.’
Domineestuin
De domineestuin is een oorspronkelijk 18e-eeuws buurtje dat een eigen bestuur had. Margriet vertelt tijdens de rondleiding meer over dit buurtje waar veel nieuwe en enkele oude gerestaureerde houten huizen in Zaanse stijl te zien zijn. Op de plek waar eerder een houten kerkje stond ging de toenmalige domineer Borstius tuinieren, vandaar de naam Domineestuin.
Meer weten over het Honig Breethuis en de rondleidingen, bezoek dan hun website. Op 24 april is de eerstvolgende wandeling.
Gerelateerde Zaanse Verhalen
Bekijk de categorie Musea, Molens en In de buurt