‘Het theater is van iedereen, het wordt gesubsidieerd door de gemeente. We zijn er echt voor iedere Zaankanter, voor mensen met weinig en veel geld, voor jongeren en ouderen, voor de echte Zaankanter en mensen met een migratie-achtergrond. Iedereen is hier welkom.’
Het theater is gewoon van de stad.
Programmeur Kim Muller blikt terug op 20 jaar Zaantheater.
Kim Muller
‘Ik ben een geboren en getogen Zaankanter. Als kind kwam ik veel bij theater De Speeldoos en stond daar ook regelmatig op het podium. Net als veel andere Zaankanters verhuisde ik op mijn 20e naar Amsterdam om historische Letterkunde te studeren. Wanneer het boekje van het Zaantheater uit was, dan belde mijn moeder ons op om zo snel mogelijk naar Zaandam te komen om voorstellingen uit te zoeken.
Na de studie werkte ik een paar jaar als redacteur bij tv-programma’s. Toen mijn tweede dochter werd geboren, verhuisden we terug naar Zaandam. Het was ook mijn moeder die me wees op een vacature voor PR en marketing bij het Zaantheater. Dat was 20 jaar geleden.’
‘Wat doen jullie aan educatie?’
‘Dat was mijn eerste vraag. Nog niets was het antwoord, ga het maar opzetten. Vanaf het begin is er een heel goede band met het vmbo Compaen. We doen al 20 jaar samen projecten. Het startte met een breakdance collectief uit Amsterdam dat samen met de leerlingen hier gingen dansen en spelen.
Het liefste wil je dat een kind al jong meekrijgt dat het mogelijk is om te zingen, dansen en spelen. Of om decors te maken.
Een voorstelling stimuleert de creativiteit.
Is het een probleem of een uitdaging?
‘Na vijf jaar PR en communicatie ging de programmeur weg. Ik had al aangegeven dat ik bij haar in de leer wilde en was een paar keer meegelopen. Toen ze onverwachts vertrok naar een theater in Leeuwarden keek Piet de Koning – de toenmalige directeur van het Zaantheater – me aan: ‘Hebben we een probleem of een uitdaging?’
Ik vond het wel een uitdaging, maar realiseerde me ook dat het nog wel wat betekende om veel avonden te moeten werken met twee kleine kinderen van 1 en 3 jaar oud. De kans greep ik en het is gelukt.
Het is heerlijk om mensen blij te maken. Dat het publiek voelt dat je met z’n allen iets bijzonders meemaakt. Dat ik dit naar de Zaanstreek heb mogen, dat maakt me trots.
Pak de impresario in
‘Er is heel veel aanbod van voorstellingen. Een bekende cabaretier, zoals Hans Teeuwen, Theo Maassen, Bert Visscher, Youp van ’t Hek, Jochem Myjer kan overal optreden, alle theaters willen ze programmeren. Je moet dus zorgen dat de cabaretier maar ook de impresario het naar zijn zin heeft bij ons. Dit moet je slim aanpakken. Zo zorg ik dat ik na afloop ook de impresario wat beter leer kennen en zij mij. Je wilt dat ze de volgende keer denken: ‘Het was leuk in het Zaantheater!’
Het begint in de kleine zaal
‘We vinden het heel belangrijk om niet alleen de grote artiesten te knuffelen en een goed gevoel te geven, maar zeker ook de beginners. We weten hoe moeilijk het is om als jonge cabaretier in een kleine zaal te staan met zestig bezoekers. De mensen weten nog niet wie je bent, dat is spannend en moeilijk. Voor de beginners zijn we daarom extra lief. De techniek denkt goed met je mee, en backstage wordt iemand echt in de watten gelegd.
Claudia de Breij, Daniel Arends, de Ashton Brothers, Najib Amhali zijn ook bij ons begonnen in de kleine zaal. Toen wist nog niemand dat ze grote zalentrekkers zouden worden.
Wij waren toen al leuk en aardig, dat vertaalt zich later terug.’
Herkennen van talent
‘Bij cabaretiers gaat het om een eigenheid, iets wat andere niet hebben, en ze moeten iets nieuws te vertellen hebben. Bij dans, muziek en acteren herken je nieuw talent op het toneel wanneer er iets gebeurt. Dat je voelt “wauw, daar wil ik naar kijken.”
Rayen Panday had een goed half uur/drie kwartier klaar. We hebben toen een speciale cabaretavond ingelast in combinatie met Marjolijn van Kooten: Nieuw Zaans talent, kom kijken. Daarna hebben we altijd zijn voorstelling geboekt, nu staat hij in het hele land in de grote zalen.’
Zangeres Lisa Ostermann won het Leids Cabaretfestival. Fantastisch, zij is een leuk jong nieuw talent die het ver gaat brengen. Natuurlijk staat ze dan ook bij ons.
Steef de Jong zag ik voor het eerst op Oerol in een ruimte waar 20 mensen konden kijken naar een operette met zelfgeknutselde decors.
Die moet ik hebben!
Hij heeft het inmiddels echt gemaakt en speelt nu voor zalen met 1500 mensen. Elk seizoen komt hij in het Zaantheater. Het is leuk om de mensen zo te volgen en tegen het Zaans publiek te kunnen zeggen: “Kom kijken. We hebben iets bijzonders voor je.”
Programmeren van dromen
‘Het grootste deel van de voorstellingen die we boeken, bestaat nog niet. Je programmeert de dromen of verhalen. Je moet het doen met de impresario, de schrijver, de artiest, de regie. Heb ik daar vertrouwen in? Dat is altijd een risico. Een voorstelling met klinkende namen hoeft niet altijd een garantie te zijn. En soms kan een voorstelling ook echt een verrassing zijn.
Soms zie ik een voorstelling die zo bijzonder en mooi is, die moeten mensen zien. Wanneer deze nog niet zo bekend is dan durf ik het concept aan ‘Betaal achteraf wat je het waard vindt.’ Na afloop sta ik dan met een pot en pin en de bezoeker bepaalt wat hij of zij geeft. Bijna iedereen vindt het dan mooi.’
Zo zien mensen onverwachts mooie voorstellingen die ze anders niet geboekt zouden hebben omdat ze de naam niet kennen.’
‘Theater is een verrijking van je leven. Je maakt kennis met andere werelden, culturen en denkbeelden. Het is een mooie vorm. Je geeft je als bezoeker helemaal over aan de mensen die voor jou op het podium staan. De bezoeker heeft ook een rol. Als je op de telefoon kijkt dan werkt de voorstelling niet. Dat voelt iedereen.’
Lees ook het tweede en laatste verhaal van Kim Muller: Kims keuze.