Leerlingen van het Trias zijn enthousiast over hun hoofd, hand en hartklas waar lange wachtlijsten voor zijn. Zij krijgen hier aangepaste lessen in een vast lokaal met vaste docenten en dubbele blokuren. Chenoa, Manu en Sem waren zeer tevreden over deze nieuwe manier van lesgeven. ’s Ochtends kregen ze hoofdvakken, zoals bijvoorbeeld wiskunde en Nederlands. Door het beeldend uit te leggen werkte het direct. Zo moeten ze in een lokaal bijvoorbeeld de muren opmeten om de omtrek te bepalen en gaan ze gezamenlijk opmeten hoe groot de aula is. In de middag zijn er domeinvakken waarbij je meer met je handen werkt. Wanneer met de geschiedenisles Thor voorbij komt, gaan ze er met beeldende vorming een wandkleed en tekening van maken. Ze maken virtueel een reis door Nederland en bezoeken allerlei plaatsen waar ze geld mogen uitgeven.
Alle drie vertellen ze overtuigd dat deze methode heel goed werkt. En dat ze zo sneller en beter leren dan wanneer ze een boek lezen. Ze onthouden het beter. Het persoonlijke aspect speelde ook een rol. Bij aanvang moesten ze drie waardes bepalen voor de klas. Dat werd vertrouwen, plezier en liefde. Fijn vonden de leerlingen dat ze coaches hebben in plaats van een mentor. Als er iets persoonlijks aan de hand is, dan wordt daar altijd vrij voor ingeruimd. In en buiten de klas.
‘Het geeft rust in ons hoofd. We hebben heel lieve vaste docenten en er is heel veel vertrouwen. En het is flexibel’, zo vatten ze het succes van dit leerprogramma samen.
De bijeenkomst was onderdeel van de week Inclusieve stad, georganiseerd door Zaanse geluiden.