Hoe toon je op waardige wijze portretten van mensen die zichtbaar leed hebben ervaren in een gebouw waar munitie werd geproduceerd die wereldwijd voor ellende heeft gezorgd?
‘De portretten raakten me’, vertelt tentoonstellingsmaker Paul Ariese (Museum Mind). Hij speelde een belangrijke rol bij de inrichting van het Museum of Humanity op het Hembrugterrein in Zaandam. Paul is ook docent tentoonstellen aan de Reinwardt Academie. Een half jaar na de opening nodigde hij 45 collegadocenten uit voor een bezoek aan het museum.
Vervallen gebouw dat foto’s recht moet doen
‘Ik zag eind 2018 de foto’s van documentaire fotograaf Ruben Timman bij de pop-up expositie in gebouw 8 en liet mijn visitekaartje voor hem achter. Al snel daarna nam Ruben contact met me op. Hij had een ruimte voor het Museum of Humanity en duizenden foto’s maar nog geen concreet plan hoe hij dit moest laten zien.’ Er restte nog twee maanden voor de geplande openingsdatum.
Paul Ariese had daar wel een beeld bij en een krappe twee maanden om samen een plan te maken. ‘Het vervallen gebouw was de uitdaging, de foto’s moesten daar goed tot hun recht komen. Ruben fotografeert de mensen tegen een zwarte achtergrond waarbij ze recht in de lens kijken. Zo komen ze heel dichtbij. De veiligheid die we normaal inbouwen om mensen op afstand te houden wordt hier doorbroken. Dit daagt je uit om met een andere blik te kijken naar anderen.’
Het Museum of Humanity is gevestigd in de voormalige harderij, onderdeel van het industriële complex dat ooit de Artillerie Inrichtingen Hembrug vormde. ‘Er hangt een heel rare geest vanwege dit militaire productieproces. Wapens hebben voor veel ellende gezorgd in de wereld. Dat klinkt als iets van ver weg. In dit gebouw wordt het nu omgedraaid. Mensen krijgen weer een gezicht. Het is een geweldig statement om in dit gebouw mensen hun waardigheid terug te geven. De wereldproblemen zijn abstract als je ze op het nieuws ziet. De foto’s van Ruben Timman willen duidelijk maken dat iedereen de moeite waard is om gezien te worden.’
Museum moet raken en confronteren
‘In de ruimte hebben we door de grote doeken de assen en zichtlijnen geaccentueerd. Zo worden de grote hangende portretten ‘ankerpunten’.
Het initiatief van Ruben Timman brengt veel mensen samen. Mensen zijn geraakt en melden zich aan als vrijwilliger. Steeds nieuwe groepen haken aan. Het is heel mooi om hier samen aan te werken.
Dit museum is bottom up ontstaan.
Paul Ariese pakt er een boekje bij (Het Gedroomde Museum, Arnoud Odding 2004) en leest voor: “Een museum moet raken en confronteren. Het moet leren om mensen te verbazen, dromen, verwarren, zekerheden ondermijnen en discussie stichten. Zo ontstaat een nieuwe manier van kijken naar de werkelijkheid.”
Hij vervolgt: ‘Dit is wat we hier zien gebeuren. Normaal moet een museum voldoen aan allerlei randvoorwaarden, denk bijvoorbeeld aan de veiligheid van de collectie. Het is spannend om een plek te creëren waar mensen anders gaan kijken, verrast worden, uit balans raken. Eigenlijk is het museum voor mij nog te gepolijst. Ik vind het niet erg als er plassen op de vloer liggen.’
De hitte of kou voel je
Een shelter uit een vluchtenkamp dient als filmzaal. In het museum en zeker ook in de shelter voel je de hitte of de kou, net zoals de mensen in een vluchtelingenkamp de temperatuur niet kunnen regelen.
De docenten van de Reinwardt Academie benoemen dat ze het contact voelen met de mensen op de foto en gaan in discussie over de rol van de fotograaf en waarom hij deze foto’s laat zien. Het feit dat Ruben eerder als verpleegkundige voor de Verenigde Naties heeft gewerkt, is voor hen van toegevoegde waarde. De hoge ruimte werkt goed. Een docent benoemt dat het daardoor iets sacraals krijgt, mede door het transparante dak. Paul Ariese vertelt dat Ruben inderdaad de ruimte als een kathedraal ziet, waar ze een wolk van portretten in hebben gehangen.
Wekenlang hebben tientallen vrijwilligers gewerkt aan de inrichting. Het resultaat is een kleurrijk en sprekend geheel.
‘Toen alles hing, viel iedereen stil. Er valt hier een bak aan licht binnen, zo komt de buitenwereld binnen. Ruben noemt het de kathedraal van de mensheid.’
De portretten gaan de dialoog aan met elkaar en met de bezoeker. Hier werkt dit veel beter dan in een strak uitgelichte museumzaal.
Alles valt hier op z’n plek
Het werkt uiteindelijk nog beter dan we hadden bedacht. Zoals het licht van buiten zich naar binnen opdringt, dat ervaar je pas echt als het er is. Alles valt hier op zijn plek, dat is ontzettend gaaf. De basisgedachte “hoe kijk je naar mensen” wordt hier voelbaar.
Een docent: ‘Heel knap hoe je met weinig middelen in een ongeconditioneerde ruimte fotografie kan laten zien.’
Een andere docent vult aan: ‘De ruimte is overweldigend. Toch springen de foto’s eruit. Dat is een compliment voor de fotograaf, want minder geslaagde foto’s zou je niet meer zien in deze ruimte. De kleine vensters zorgen voor intieme ontmoetingen.’
‘Hier heb ik een mens ontmoet.’
Meer gerelateerde Zaanse Verhalen
Historie Hembrugterrein, lees meer
In gesprek met Ruben Timman, lees meer
Het HEM opent met actie, lees meer