Peter Tange

Onderdeel zijn van een netwerk is zo belangrijk. Samen kun je een verschil maken en initiatieven ondernemen.’

‘In de afgelopen veertig jaar is er veel veranderd qua gemeentepolitiek. In de jaren zeventig ging men nog uit van de maakbare samenleving die je kon bepalen in het gemeentehuis. De werkelijkheid is anders. De politiek stond toen tegenover de bedrijven.’

Peter Tange, geboren in Koog aan de Zaan, was docent Nederlands, wiskunde en maatschappelijke begeleiding en later directeur van een technische school (ROC). Daarnaast was hij van 1982 tot 2000 raadslid in de gemeente Zaanstad namens de PSP/GroenLinks. Van maart 2000 tot maart 2020 was hij burgemeester van de gemeente Wormerland, en daarmee de langst zittende burgemeester in een plaats. Dit is het tweede deel van een serie waarin Peter Tange terugblikt. Deel 1 lees je hier.

Peter Tange: ‘Arie Lems, burgemeester van de gemeente Zaanstad (1979-1988), bracht de verandering. Hij had in de Tweede Kamer gezeten en was politiek actief geweest in Rotterdam en Schiedam als gemeenteraadslid en burgemeester. ‘Toen hij burgemeester werd in Zaanstad zag hij dat in deze industriële omgeving de gemeente met de rug naar de bedrijven toe stond. Vernieuwend was dat hij van mening was dat je samen op moet trekken met de bedrijven.

Ik zag wat hij bedoelde, hoe de samenleving veranderde en hoe belangrijk het was om werknemers goed op te leiden.

Als docent en directielid bij een opleiding voor technisch beroepsonderwijs had ik altijd intensief samengewerkt met het bedrijfsleven. Een van de belangrijkste pijlers is werk om de welvaart die we hebben te behouden.’

Rode Zaan

‘De Zaanstreek stond lang bekend als de rode Zaan met veel arbeiderswijken. In de politiek was geen ruimte voor het bouwen van Vinexwijken en duurdere huizen. Er werd volledig ingezet op sociale woningbouw, dat is natuurlijk wel een prachtig doel. In 1982 speelde de discussie of er een theater moest komen. Veel Zaankanters vonden van niet, want mensen konden daarvoor naar Amsterdam. Er was een kantine in een school, dat was de Speeldoos, en dat was genoeg. Zo werd er toen gedacht over de voorzieningen die nodig zijn in deze streek. De hoogste prioriteit waren buurthuizen waar mensen elkaar konden ontmoeten, bibliotheken, het verenigingsleven en zoals gezegd de sociale woningbouw. Zelden werd er opgetrokken met het bedrijfsleven. Je hebt iemand nodig die het kantelpunt waarmaakt. Arie Lems zorgde daarvoor, samen met de toenmalige directeur van Forbo schreef hij een notitie.’

Van werken naar wonen

‘In de gemeenteraad werden we geconfronteerd met automatisering en de gevolgen voor de werkgelegenheid. We hadden een goede beroepsbevolking voor handwerk, maar we misten hoger beroepsonderwijs voor de nieuwe ontwikkeling. Je kon niet meer naar Amsterdam wijzen dat je daar een theater en een hbo had. In de gemeenteraad kwam het besef dat je ook woonwijken nodig had en werkgelegenheid voor andere inkomensgroepen. Dat had ook invloed op de samenstelling van de gemeenteraad.

De rode Zaanstreek kreeg daardoor normale verhoudingen.

Als je trots bent op de plaats waar je woont en werkt, dan dien je dat een kwaliteitsimpuls te geven. In het verleden stond men met de rug naar de Zaan. Terwijl de Zaan een belangrijk deel van onze identiteit bepaalt, hier wil je wonen en werken. Door het Zaanoeverproject in Zaandam lieten we zien dat dit een prachtig gebied is met een geweldig theater, een goede bieb en een kern met voorzieningen. In de jaren zestig werden sommige waardevolle houten Zaanse huizen naar de Zaanse Schans overgebracht. Pas later kwam het besef dat het mooi is dat deze pareltjes overal in de wijk bleven.’

Als een Zaankanter zegt “Dat vind ik wel goed”, dan bedoelt hij “Dat is geweldig.”

Wakker schudden

Burgemeester Ruud Vreeman nodigde een stedenbouwkundige uit die met een kritische blik van een buitenstaander naar het centrum keek. Sjoerd Soeters zag een winkelgebied met een negatieve uitstraling. ‘Hij schudde de gemeente wakker en dit was de start van Inverdan. Hij wilde de identiteit versterken door de vormgeving van Zaanse huizen te gebruiken.

In de Zaanstreek ontstond het besef dat kwaliteit weer mag. Dat zie je ook terug bij de prestigieuze Bernhardbrug en het Trias vmbo, dat de mooiste school is in de regio.

Bij de Zaanstreek hoort “doe maar gewoon”, deze ontwikkelingen maken me echter trots.’

Wormerland

‘Als burgemeester ben je onderdeel van de samenleving. De schaal van de gemeente Wormerland is prachtig om dit op natuurlijke wijze te doen. Je ontmoet de mensen op straat en bij activiteiten. Daar haal je je kennis vandaan.

B&W, raadsleden maar ook kerken gaan helpen als ze horen dat mensen in het gedrang komen. We kennen elkaar en kunnen elkaar soms helpen. Nee is soms ook een antwoord. De lijnen zijn zo kort mogelijk.

In Wormerland hebben we geïnvesteerd in brandweerkazernes en nieuwe basisscholen. Hier kregen leerlingen soms wel 27 jaar les in noodlokalen. Hoe arm kun je het hebben? Alle scholen hebben nu een vernieuwd permanent gebouw.

We hebben grote investeringen gedaan in sportvoorzieningen, zoals voor WSV Voetbal. De korfbalclub Groen Geel heeft een nieuwe hal. Het is geweldig dat zij op hoog niveau spelen. De kanovereniging de Zwetplassers doet het ook goed.

Het is niet uit te leggen dat je twaalf jaar moet wachten bij een woningbouwcoöperatie voor een betaalbare woning. We hebben de opdracht om 600 woningen bij te bouwen. Daar gaan wij er duizend van maken, want er zijn meer locaties waar we binnenstedelijk kunnen bouwen. Het natuurgebied Wormer- en Jisperveld en de authentieke structuur van de droogmakerij Wijdewormer behouden we. Dit is een bijzonder gebied, ontstaan als een zoetwatermeer en nu na de inpoldering onderdeel van de groene buffer.’

Peter Tange

Initiatieven uit de samenleving

‘De mensen maken de samenleving. Ze moeten er iets voor overhebben als ze iets willen opzetten of voortzetten. De tijd dat de gemeente alles bedacht en regelde, is al lang verleden tijd. Eigen verantwoordelijkheid is tegenwoordig de leidraad. Mensen nemen zelf het initiatief als ze iets belangrijk vinden en zoeken daar een oplossing voor. Als er voldoende medestanders zijn, dan kan de gemeente onderzoeken of we het mede kunnen faciliteren. Soms heb je meer wensen en ambities en dan dien je keuzes te maken wat je het meest belangrijk vindt.

Voor kansarme mensen ligt dat anders, daar moeten we als gemeente wel een actieve rol in spelen.

De pakhuizen Maas, Waal en het Schepel aan de Zaan zijn gerestaureerd door de Stichting Pakhuizen. De boerensluis en de beschuittoren zijn ook gerestaureerd. Dat zijn prachtige particuliere initiatieven uit de samenleving. Zaankanters zijn ondernemers. Ze gaan op zoek naar nieuwe plekken die ze geschikt kunnen maken voor hun doel.’

Toekomst

‘De laatste tien jaar zijn er wel vier historische verenigingen actief in Wormerland. Historisch Genootschap Wormer heeft bijvoorbeeld wel 700 leden die belang hechten aan het doorgeven van de verhalen. Overal in de Zaanstreek zie je dat panden, sluizen en molens worden gerestaureerd en dat er rondleidingen worden gegeven. Mensen kijken met andere ogen naar hun dagelijkse omgeving, dat is mooi.

De samenleving zie je snel veranderen, ons gedrag ook. Dat heeft ook gevolgen voor de voorzieningen. Zo zullen in de toekomst elektrische auto’s niet meer in de wijk geparkeerd worden maar in een garage buiten de woonwijk. Je roept ze op met de telefoon. Daardoor ontstaan er autoloze wijken. De pakketbezorgers verdwijnen en worden vervangen door drones. Winkels zullen steeds minder bezocht worden. Dit zijn enkele voorbeelden die grote gevolgen hebben voor de samenleving. Eenzaamheid is een belangrijk thema. Daarvoor kan je ontmoetingsruimtes koppelen aan voorzieningen, de bieb, winkels en sport. Waar ontmoeten mensen elkaar in de toekomst? Met de techniek van de toekomst gaan we anders kijken naar de omgeving en hoe je met elkaar samenleeft.

Bij sportverenigingen zetten mensen zich samen in. Dat is niet meer in de traditionele zin dat mensen twintig jaar voorzitter zijn. Het is veel vrijblijvender: als het gedaan moet worden, dan helpen mensen graag.

Het recreëren en toerisme zal toenemen. Je kunt hier heerlijk wandelen, kanoën en fietsen. Onderweg vind je de terrasjes en kun je verhalen horen. Er zijn ontmoetingsplekken waar je kennis kunt vinden over het verleden.

Mensen gaan elkaar opzoeken en leuke dingen bedenken. Een mooi voorbeeld is het beach volleybal waar – voor corona – 50 ploegen tegen elkaar samenspeelden en er een groot leuk spektakel van maken. Dit alles komt uit de mensen zelf. Ze kunnen het zelf doen. De gemeente kan dan onderzoeken of ze het wellicht een beetje kunnen faciliteren.’