Razan Zaza woont sinds twee jaar in Zaandam. Ze spreekt al redelijk goed Nederlands, waar ze zeer actief aan werkt. ‘Via de bieb Zaanstreek ben ik tolk. Nederlandse vrijwilligers gaan bij kinderen van nieuwkomers thuis langs om hen voor te lezen. Als de mensen helemaal geen Nederlands begrijpen, dan tolk ik. Iedere week ga ik zo’n drie uur als tolk mee. Het is heel leuk om te doen.
Het leven wordt makkelijker als je goed kunt communiceren.
Tolk via bieb Zaanstreek
‘Kinderen pakken vaak het praten snel op, maar ze hebben vaak veel moeite met het Nederlands lezen. De vrijwilliger en ik geven dan adviezen aan ouders hoe ze dit moeten aanpakken. Het is dan wel zo handig dat ik dit kan uitleggen in de moedertaal. De vrijwilliger zit naast het kind dat hij of zij voorleest.
We vragen ouders om mee te luisteren en erbij te blijven. Dat werkt beter. Zo leren zij ook weer Nederlands van ons. Soms weet ik niet wie de meeste aandacht krijgt,’ lacht Razan. ‘Het is belangrijk dat ze voelen dat ze niet alleen zijn. Sommige mensen weten niet hoe ze het moeten aanpakken om de taal te leren. Het is ook zo niet makkelijk.
Je moet het veel spreken, maar dan moet je natuurlijk wel contact maken met Nederlanders. Veel mensen hebben hier nog geen netwerk. We raden hen dan aan om nieuwe kennissen te maken zodat je af en toe praatjes kan maken.
Je moet hier een nieuwe wereld opbouwen. De regels, wetten en tradities zijn hier anders. We vragen ons allemaal af hoe het leven hier in Nederland is georganiseerd. Daarvoor moet je wel naar buiten gaan zodat je vervolgens buiten naar binnen kan laten komen,’ voegt ze er filosofisch aan toe.
Later word ik …
‘Thuis studeer ik tien uur per week om de Nederlandse taal goed te leren. Daarmee leer je het niet goed genoeg. Ik heb een droom om verder te studeren, daarom werk ik er hard aan. Ik wil niet alleen hier wonen zonder contact met Nederlanders. Ik wil echt inburgeren in Nederland. De mensen zijn hier zo aardig. Als je wilt dan kun je makkelijk in gesprek raken.
Mijn droom is om volgend studiejaar de premaster accountancy te volgen bij de Universiteit van Amsterdam. In Syrië heb ik zestien jaar een accountancykantoor gehad. Hier moet ik de Nederlandse manier op een hoog niveau leren. Mijn droom is om ook hier een eigen accountancykantoor te openen. En later word ik minister van Economische Zaken’, lacht ze.
De Sluis voelt als thuis
‘Sinds een klein half jaar zit ik als vrijwilliger ook in de werkcommissie van Vluchtelingen Zaanstad. Zij organiseren activiteiten voor het taalcafé De Sluis waar nieuwkomers in contact komen met Nederlanders en de taal oefenen. Ik leer hier van collega Erika hoe het hier werkt. Dit is een mooie nieuwe ervaring. Voor sommige nieuwkomers voelt de Sluis als een echt thuis, ze komen hier graag.
Sinds enkele maanden ben ik ook actief bij het opzetten van de nieuwe stichting Tiptop. We gaan activiteiten opzetten zodat kinderen van nieuwkomers ook goed Arabisch leren spreken en schrijven.’
Papier prikken
‘O ja, ik vergeet nog te vertellen dat ik regelmatig met mijn Nederlandse buurvrouw in de wijk papier ga prikken. Zij is 74 jaar en het is altijd leuk om met haar te praten. Oudere mensen zijn vaak prachtig, ze hebben zulke mooie verhalen.’