‘Er is iets vervelends aan de hand in de wereld, maar we gaan het oplossen. Dat hebben we altijd gedaan: denk maar aan het gat in de ozonlaag en fosfaat. Ik geloof er heilig in dat het ons gaat lukken. Ik heb alle vertrouwen in techniek.’
Ruud Meijns is de derde generatie bij M&O Techniek in Wormer. ‘Mijn opa was geen ondernemer, samen met mijn oma zagen ze dat wel in mijn vader. Daarom namen ze een zaak over in elektrotechniek die hij samen met zijn twee broers ging leiden. Sinds begin jaren negentig zijn mijn broer en ik aandeelhouder en werken we in het bedrijf. Ik heb een technische opleiding en behaal net zoals ons personeel de certificaten om de laatste ontwikkelingen in de markt te volgen.’
We moeten nog voor de fossiele brandstoffen op zijn op zoek naar vervangende energiedragers. Dat is altijd mijn uitgangspunt geweest. Later kwam pas de uitstoot van co2 als reden erbij.
Gedreven door nieuwsgierigheid en handel
‘Mijn vader haalde zijn omzet uit gas. In 1974 – tijdens de oliecrisis – verhuisden we binnen Wormer. Zelf maakte hij toen de zonnepanelen voor het dak, we waren toen nog een van de weinigen. Het is er dus met de paplepel in gegoten. Ik heb altijd een nieuwsgierigheid gehad naar nieuwe technieken en hoe je de energietransitie kunt omzetten in handel. Die combinatie is leuk. De technische vernieuwing drijft me, het is toevallig dat het richting duurzaamheid gaat.’
Warmtepomp
‘De basis van ons bedrijf in elektrotechniek is dat we uitgaan van vloerverwarming. Je wilt de energie zo efficiënt mogelijk inzetten zodat er zo min mogelijk verloren gaat. Met een oude cv ketel ging er veel energie verloren. Door een hoog rendement ketel verbeterde dit. Met een warmtepomp verhit je tot 50 graden, de waarde die je nodig hebt. Hoe lager de temperatuur des te efficiënter en energiezuiniger de installatie kan zijn. Mits goed geïsoleerd gaat er nauwelijks energie verloren. Er moet dan natuurlijk wel vloerverwarming zijn. Met een warmtepomp kun je vloerverwarming ook koelen.’
Proef bij oudere huizen
‘Voor oudere huizen geldt dat je deze eerst goed moet isoleren. Het is de wet van communicerende vaten: je moet de techniek pas inzetten als je goed isolerende maatregelen hebt genomen. Je kunt daarna je cv-ketel op 50 graden zetten om te testen of je huis dan nog steeds goed wordt verwarmd. Is dat het geval, dan is een warmtepomp mogelijk. Dit soort tips geven we graag aan mensen. Met een cv-ketel gaat het altijd goed, die heeft drie of vier keer het vermogen dat nodig is voor de radiatoren. Daardoor gaat het er ook veel energie verloren. Je kunt ook een warmtepompje plaatsen die voldoende levert voor de verwarming, dat kun je als monteur uit rekenen. Ook hoeveel er nodig is voor de douche en het bad.’
Hoe het begon
‘Van een bedrijf in Nibbixwoud – dat de beste nail repair ter wereld maakt – kregen we eind vorige eeuw de opdracht om een installatie te bedenken waarbij je bij wijze van spreken met een lucifer je bedrijf kan verwarmen. Het concept was bedacht door een wetenschapper uit Petten. Mijn vader had de tijd om op onderzoek uit te gaan, omdat hij net was teruggetreden als directeur. Hij heeft allerlei producten samengebracht en gekoppeld zodat ze de energieprestatie konden leveren. Daar is zelfs nog octrooi voor aangevraagd.
De kennis en kunde die we in de loop der tijd hadden vergaard, werd ingezet. Dit bood kansen. Typisch Zaans is dat we al doende leren. Voordat het werkte zetten we af en toe een grote stap vooruit en werden dan weer twee stapjes teruggeplaatst. Het kost veel energie om te zorgen dat de prestatie echt werd geleverd.’
Ontwikkelen
‘Twintig jaar geleden was een warmtepomp nog een onbekende techniek. Sindsdien zijn er veel duurzame technieken bij gekomen, de laatste drie jaar neemt het zelfs gigantisch toe. In 2007 wilde Bouwcenter Floris een gasloos gebouw. We deden al wederzijds zaken met elkaar vanaf de start dus zij hadden wel vertrouwen in ons. De techniek werkt nog altijd goed en is nog up to date.
In 2008 kocht ik een stuk grond in Wormer waarop ik een huis bouwde zonder gasaansluiting. Ik was de tweede in Nederland die met een warmtepomp de lucht binnenhaalde om binnen plus 20 te kunnen verwarmen. Toen waren er nog geen kant en klare producten en moest ik alle verschillende onderdelen zelf laten assembleren. Ik heb letterlijk zelf staan solderen. Om de warmtepomp en de klimaatvloer te laten werken had ik een dure schakelkast nodig om ze goed met elkaar te laten communiceren. In het begin werkte het net aan. Thuis werden er veel grappen over gemaakt, omdat als ik thuiskwam ik eerst naar de garage ging om te zien of alles nog goed werkte. Mijn vrouw zei dan dat Subientje (vernoemd naar de Japanse superheater) het van haar won. Niemand had zoiets nog gemaakt, dus het was spannend of het deed wat ik wilde. Scholen en de Zaanse Energie Coöperatie kwamen kijken wat ik gemaakt had. Het is zo leuk om iets te maken met techniek.’
Plank misslaan
‘In 2012 reed ik mijn eerste elektrische auto. Samen met Marjan Minnesma (directeur Urgenda) nodigden we op een zondag mensen uit in Hoornseveld om in onze elektrische auto’s te rijden.
Ik heb veel te vroeg geloofd in de energietransitie. In 2000 voer ik met een boot met klanten over de Zaan. De wet milieubeheer uit 1993 was de aanleiding. Alles lag klaar om ze mee te nemen in het verduurzamen van hun bedrijf. We hadden een prospectus gemaakt waarin de regelingen waren vastgelegd en een minibeursje en symposium georganiseerd. De plank sloegen we volledig mis want pas in 1 juli 2019 werd de regeling van kracht dat bedrijven worden gestimuleerd om energiezuinig te worden. Na de vaartocht stapte slechts één bedrijf in, dat systeem werkt nog altijd.
Sinds 2000 hebben we doorlopend geïnvesteerd in de nieuwe technieken en het opleiden van de mensen.
In 2010 zetten we in op duurzame renovatie. We hebben toen ook ons eigen pand uit de jaren ’74 en ’84 geïsoleerd en voorzien van een warmtepomp zodat we een A-label kregen.’ Een energielabel A staat voor meest energiezuinig. ‘Door de crisis echter wilde niemand bestaande panden verduurzamen. Weer sloegen we de plank mis. De derde keer was het echter raak.’
Eurekamoment
‘Ik was inmiddels al vele jaren bezig om mensen aan te moedigen om in te zetten op duurzame technieken. Het eurekamoment kwam in 2017. Bij de herbouw van de beschuittoren in Wormer stonden bij het slaan van de eerste paal B&W en mensen van de woningbouwvereniging. Ik vroeg hardop hoe het kon dat we hier nog altijd gas gebruiken. Twee weken later had ik een afspraak op kantoor van (de woningbouwvereniging?). Opnieuw wilde ik ze met vuur en vlam overtuigen, maar al snel zeiden ze dat dit overbodig was. “We gaan het doen.” Snel ging ik terug naar kantoor en riep “De wereld is per vandaag definitief veranderd.” Ik ben al zo lang bezig met techniek en het naar voren brengen van duurzame oplossingen. Steeds meer klanten geloven hier nu in. Zo is Parteon nu 200 woningen uit de jaren zeventig gasloos aan het maken.
In 2017 verkocht ik meer warmtepompen dan cv-ketels en in 2018 werden er meer warmtepompen geplaatst. In 2019 zijn we zelfs gestopt met de verkoop van cv-ketels. Er zijn veel nieuwe mogelijkheden qua warmtenet, zonnepanelen, infrarood panelen en misschien wordt het wel waterstof.
De veel verkochte warmtepomp is nu de kurk van ons bedrijf.
Taken verschuiven
‘Het verloop van personeel binnen ons bedrijf is heel klein. Ambachtsscholen zijn er niet meer. Daarom leiden wij al sinds 1995 de monteurs zelf op. Je ziet dat de belangstelling voor installatietechniek weer toeneemt. De functies veranderen ook, want er wordt nu veel gebruik gemaakt van de laptop. En de monteur kan zelf ook de bestelling regelen en afspraken maken met de klant. Dat maakt het voor hen leuker en het ontlast het kantoor. We hebben een cultuur dat we elkaar moeten helpen. Ik ben in gesprek met het UWV of bepaalde taken, zoals bijvoorbeeld het graven van sleuven of het verplaatsen van ketels en pompen – door zij-instromers gedaan kan worden. Zo worden de monteurs nog beter ingezet.’
MO Techniek is inmiddels overgenomen door de Van Losser Installatiegroep uit Rijssen. De opvolging van de huidige generatie is in volle gang.
Ik ben geen stilzitter
Bijdragen aan de maatschappij
‘Het leven is meer dan werken. Ik vind al snel iets leuk. Zo heb ik altijd geïnvesteerd in korfbal en tot op mijn 29e op hoog niveau gespeeld bij Groen geel. Nog geen drie maanden nadat ik daar voorzitter werd brandde de accommodatie af. Negen maanden later hadden we op de ijsbaan in Wormer drie kunstvelden en een nieuwe accommodatie. Als je voor lokale clubs iets kunt betekenen dan vind ik dat leuk. Sportclubs zijn heel belangrijk. Ze houden de jeugd van de straat, de kinderen leren winnen en verliezen en om samen te spelen. Je leert samen met elkaar prestaties te leveren. Dat vormt je voor later.’
Lokale inzet
‘Het is belangrijk dat je als bedrijf geworteld bent in de streek. Het midden- en kleinbedrijf draagt bij aan de sociale cohesie van de streek. De grote internationale bedrijven hebben die binding vaak niet. Als je langs de sportvelden kijkt dan zie je welke lokale bedrijven de clubs ondersteunen. De Rabobank is de goede uitzondering, want zij horen daar ook bij. Je ziet dat veel lokale bedrijven relatief veel investeren in de samenleving.
Meer dan 20 jaar geleden was ik de oprichter van Jonge Ondernemers in onze branche. Het is leuk om je kennis en kunde in te zetten. Anna’s huis vind ik ook prachtig, daar leveren we ook graag onze bijdrage aan. Het is een mooi lokaal gedragen initiatief. Er is onvoldoende aandacht voor psychosociale zorg aan mensen die leven met kanker. Vanuit de zorg wordt dat te weinig geboden, maar dat gebeurt wel bij Anna’s huis.
Ik ben lid van de Rotary. Dat betekent voor mij vriendschap, delen van kennis en verbreding van kennis door de lezingen. Je brengt na rato van je inkomen jaarlijks een bedrag in dat dient voor een goed lokaal doel. Als lid stel je je kennis en kunde ter beschikking. Sinds vele jaren geef ik aan leerlingen van het Bertrand Russell College jaarlijks een les aan drie klassen en vertel over het ondernemerschap.
Green Business Zaanstad is een ontzettend leuk clubje dat impact wil in het verduurzamen van de bedrijventerreinen in Zaanstad. We hebben drie aandachtsgebieden: circulair, mobiliteit en energietransitie. Ik werk aan het laatste en wil bedrijven bewust maken hoeveel energie ze nu gebruiken en hoe ze kunnen besparen. We moeten zorgen dat 14% van onze energiebehoefte duurzaam wordt opgewekt, zo ver zijn we nog lang niet.