De Spaghettiflat in Poelenburg Zaandam is afgebroken. Dit is een goed moment om terug te blikken met Francesco Pepe, die hier woonde met zijn ouders en broer. Francesco Pepe is ook de initiatiefnemer en bijdrager aan het boek De Spaghettiflat (2009) en de gelijknamige documentaire (2007), die werden gemaakt door Tonino Boniotti en Daniela Tasca. Lees eerst deel 1.
Zwaar werk bij ADM
ADM was een scheepswerf die tussen 1877 en 1985 actief was in scheepsreparatie, scheepsverbouwingen en machinebouw. Francesco Pepe: ‘Italianen waren vaak klein. Zo werd mijn vader ingezet om in kleine ruimtes in het schip te lassen. Het was hard werken onder moeilijke omstandigheden. Ze werkten zeven dagen per week. Bij mijn vader waren veel ledematen volledig versleten. Er waren veel ongelukken, omdat er geen regels waren. Ook werd er met gevaarlijke stoffen gewerkt. Zo zijn werknemers ook ziek geworden.
De Italianen stonden bekend als lastig, omdat ze opkwamen voor hun rechten. Zo waren er in 1961 de Spaghettirellen, omdat de werknemers het eten bij de Hoogovens te smerig vonden. Vijftien Italianen werden daarna gedeporteerd naar Italië. Er werd vervolgens wel een Italiaanse kok ingehuurd die bij de staalfabriek voor ze ging koken.
De Italianen eisten dezelfde rechten als Nederlanders.’
Italiaanse keuken
‘In de flat stonden veel deuren open, omdat er veel familieleden in groepen bij elkaar woonden. Je rook wat er werd gekookt. In de zomers barbecueden we samen voor de deur met echt Italiaanse worsten. In die tijd waren er nog geen goede Italiaanse producten verkrijgbaar, die moesten uit Italië komen. Iedere vrijdag kwam er een soort Italiaanse SRV auto met echte Italiaanse producten. Daar was veel belangstelling voor.’
Saamhorigheid
‘In de flat woonden later ook Turken, Portugezen, Spanjaarden en Surinamers die bij ADM werken. We hadden allemaal contact met elkaar. Je groeide met elkaar op en deelde veel met elkaar. De Turkse, Griekse, Spaanse en Italiaanse cultuur heeft veel overeenkomsten. De Kaapverdianen trokken veel op met de Portugezen, ze spraken immers dezelfde taal. Je herkende veel bij elkaar. Veel vrienden ken ik nog van vroeger. Al die culturen heeft ook invloed gehad op wie ik ben. Zo zit het Italiaans, Spaans, Portugees en Turks er ook in mij. Als jongen van 4 at ik al mee bij een Hindoestaanse familie.
Al die culturen, dat vormt je. De diversiteit zorgde voor een grote saamhorigheid onder de jeugd.’
Klaarstaan voor elkaar
‘Mensen hielpen elkaar. Mijn vader was lasser, zo maakte hij kleine goaltjes. Wanneer kinderen wilden voetballen, kwamen ze deze bij ons ophalen. En ze werden daarna netjes teruggebracht.
In de flat woonden veel ambachtsmannen. Zo hielpen de steenhouwers bij het slijpen van de stoepen. Iedereen stond voor elkaar klaar. Dat was heel tekenend voor de flat. Natuurlijk was er ook wel jaloezie. Iedereen bemoeide zich ook met elkaar. Als ik buiten iets had gedaan, dan wisten mijn ouders het direct.’
De Gong
‘Kaarten, voetballen, biljarten, daar hielden de mannen van. Dat bracht ze bij elkaar.
Tegenover de flat was De Gong, het clubgebouw Centro Italia Zaandam. Op woensdagmiddag werd hier Italiaanse les gegeven. Dat vond ik niet leuk, dus ik ben maar een paar keer geweest. Bij De Gong vierden we Sinterklaas, verlovingen, bruiloften en La Befana, de Italiaanse Sinterklaas. Hier werd gekaart en gebiljart. Het was vooral een mannenhonk. De vrouwen kwamen alleen met feesten, zij bleven verder thuis.
In Nederland zijn de Italiaanse gastarbeiders goed geïntegreerd. Dat komt omdat veel mannen met Nederlandse vrouwen zijn getrouwd, dit heeft veel positiefs gebracht.
Mijn moeder bijvoorbeeld hielp met het vertalen van brieven en belastingaangiftes. Zo werd zij door Italiaanse vrouwen ook gewaardeerd.’
Verhuisd
‘Al in de jaren zeventig veranderde de flat. Wij waren zelf in 1973 naar de overkant in de Clusiusstraat verhuisd naar een eengezinswoning. Veel meer Italianen zetten dezelfde stap en verhuisden naar woningen in de buurt of naar Koog Zaandijk, Westerwatering of later naar Saendelft. De oudjes bleven echter in de flat wonen, zodat deze een centrale rol bleef spelen. Daar kwamen we elkaar weer tegen of ze kwamen bij ons thuis. De relaties zijn altijd sterk gebleven.’
‘In 1985 sloot ADM definitief de poort. Dit was de tijd van de massaontslagen. Voor veel Italianen was het daarna heel moeilijk om een nieuwe baan te vinden. Teruggaan naar Italië was geen optie, want daar was geen werk en waren de leefomstandigheden heel moeilijk. Italianen die wel terugkeerden, kwamen snel daarna weer terug naar Nederland.
Hierboven zie je een foto van mijn vader (links) tijdens filmopnames voor Passaporta. Dit werd opgenomen in maart 1985 in het Italiaanse clubgebouw. Italiaanse werknemers van ADM vertelden wat het dreigende ontslag voor hen betekende.’
ADM had voor de sluiting al steeds meer woningen te koop gezet, daar kwamen eerst Turken op af die bij andere fabrieken werkten. Later kwamen ook de Turken die zelf naar Zaandam kwamen op zoek naar een baan.
Toen we in 2006 de documentaire De Spaghettiflat maakten, woonden er nog maar drie Italiaanse gezinnen in de flat.
Het is goed dat de flat is afgebroken. Het voldoet absoluut niet meer aan de eisen van deze tijd. Het zou wel heel mooi zijn als er bij de nieuwbouw een monument komt om de arbeidsmigranten te eren. Zij hebben immers bijgedragen aan de welvaart. Een grote koffer in het gras als symbool zou bijvoorbeeld heel mooi zijn.’
De foto’s komen uit het archief van de familie Pepe.