We zitten in De Koffiezaak.
Pratend over hoe het gaat
schrijf negen zinnen geen klinkt hetzelfde
Tien regels staan, daarna ga ik naar de elfde
Reinier Fosch: ‘Je maakt er een verhaaltje van om dingen aan elkaar te plakken. Het is een vrije gedachtestroom. Het is te vergelijken met praten. Je begint gewoon, je weet niet waar de zin naartoe gaat. Soms kom je in een flow waarbij je niet meer hoeft na te denken. Alles rijmt en klopt. Als ik het dan een week later teruglees, dan denk ik “Waar kwam dat vandaan?” Door het vaak te doen, wordt het makkelijker.’
Rapper Reinier Fosch (43) en woordkunstenaar Lisa van Tongeren (28) zijn de nieuwe stadsdichters van de gemeente Zaanstad.
Zaanse Reinier
Doe normaal, dat is mooi aan de Zaanstreek.
Reinier Fosch: ‘Ik ben aan de Bergblauwstraat bij de Vermiljoenweg geboren. Daarna zijn we naar ’t Kalf verhuisd. Nu woon ik in de Spoorbuurt achter Zaandam station.
Voor mij is Zaanstad gemoedelijker dan andere steden.
Hier groeten mensen elkaar en wanneer je een praatje met een onbekende start is de kans groot dat het een leuk gesprek wordt en je wat leert. Het is een grote gemeente dat het dorpse heeft behouden. We kennen elkaar, iedereen doet zijn eigen ding. Als Surinaamse jongen groeide ik op in de witte wijk ’t Kalf. Voor de buurt was ik gewoon Reinier en werd geaccepteerd.’
Elkaar aftroeven
Reinier: ‘Op mijn veertiende ben ik begonnen met rap. Ik keek veel Yo! MTV Raps en luisterde naar Villa 65, een radioprogramma van de VPRO. Mijn vrienden en ik vonden die Amerikaanse manier van “Bragging en Boasting” (straatcultuur) en manier van rappen wel stoer. Met freestylen ga je in een groepje staan. Nu hebben we allemaal een mobiele telefoon met muziek. Toen hadden we beatboxen of we gingen bijvoorbeeld op een tafel slaan voor het ritme.
Om de beurt ga je freestylen met een geschreven tekst (Writtens) of iets wat je voor je ziet (off the Head) of hebt meegemaakt (Story Telling).
Deze manier van verhalen vertellen stamt af van de uit Afrika afkomstige Griots. Het was voor ons ook een manier om elkaar af te troeven met taal zonder dat je op de vuist gaat.
Wanneer we uitgingen bij De Kade of het Prinsenhof dan gingen we buiten freestylen om te zien wie de beste was.’
De cadans en het ritme
On the spot oefenen werkt het beste.
‘Als je vaak rapt, dan heb je bepaalde zinnetjes die altijd op de maat passen die je dan weer kan gebruiken wanneer je freestyled. Maar om goed te kunnen freestylen geldt hetzelfde als bij elke topsport, oefening baart kunst. In je eentje in de badkamer oefenen heeft minder effect dan in een groep met mensen die luisteren en direct reageren. Zo leer je wat scoort.
Ik denk vooral aan de cadans en het ritme. Je moet rekening houden met de beat waarop je rapt. Hoe je je zinnen formuleert heeft een grote invloed voor de maat waarop je rapt. Wanneer je begint met een woord, dan hoor ik al het volgende dat in die cadans zit. Je moet veel woorden en zinnetjes al paraat hebben.
Bepaalde “Meezing” riedeltjes werken ook altijd goed om te “scoren” bij het publiek en toehoorders.
Ik heb altijd iets klaar voor als ik opeens moet freestylen. Daarnaast heb ik ook een andere kant. Voor een soundtrack van een toneelstuk ga ik echt zitten. Dan moet je heel erg on the point schrijven, het concept volgen. Daarvoor doe ik dan research, pak woorden, en kijk wat er al eerder is geschreven. Dat is een heel andere aanpak en als ik eerlijk ben is dat ook mijn favoriet.’ In mijn discografie heb ik genoeg voorbeelden hiervan.’
Grote prijs van Nederland
In 1999 won de Zaanse hiphopformatie AvalanchE de Grote Prijs van Nederland in de categorie r&b en hiphop. De rappers RFX (Reinier Fosch) en Epic Skillz (Denvyl Hoever) traden op in Paradiso. Reinier: ‘Dat was heel gaaf, ook de fl 12.500,-.
Voor 2000 was er geen geld te verdienen met hiphop in Nederland. Het was niet zoals in Amerika toen of zoals nu in Nederland. Nu kun je met een laptop en internet bij wijze van spreken direct je eigen label beginnen en toffe muziek op Spotify releasen.
Van huis uit heb ik altijd meegekregen dat je een vak moet leren zodat je basis goed is. Ik werk als IT manager bij een groot internationaal advocatenkantoor. ’
Zaanse stadsdichter
‘Brian Elstak, een vriend van mij, benadert mij vaak met ideeën. Hij had van Kim Blackburn (cultuurambtenaar Zaanstad) gehoord dat de Gemeente Zaanstad op zoek was naar een nieuwe stadsdichter. In Rap gaat de tekst vaak helemaal over de hoofden van de luisteraar. Vaak is er meer aandacht voor de beat en of de flow. Ik stop veel werk in mijn teksten. Als stadsdichter krijg ik de perfecte plek om dat te uiten.
Het stadsdichterschap wil ik onder meer inzetten voor onderwerpen waar ik vrijwilligerswerk voor doe. Zo zit ik in de Surinaamse klankbordgroep en bij African Diaspora Unity NL. We kijken wat Caribische Zaankanters bezighouden. En we willen Zaankanters bewust maken van het slavernijverleden. Op 1 juli wordt met Ketikoti de afschaffing van de slavernij gevierd. Bij de Anton de Kombrug in Zaandam komt een muurschildering van Sjors Knol en Olivier Rijcke die zich hebben laten inspireren en adviseren door Zaankanters uit de Afrikaanse Diaspora. In Zaanstad wordt dit de startplek voor Ketikoti. Als stadsdichter heb ik een podium om de boodschap naar buiten te brengen. Ik wil de problemen van mensen zichtbaar maken zodat ze zich gehoord voelen. Zo sluit ik ook graag aan bij de projecten van Lisa, collega stadsdichter, die bezig is met laaggeletterdheid en kansengelijkheid.’
Gehoord worden
‘Mooi aan de Zaanstreek is dat het lijkt alsof veel mensen die zich bezighouden met belangrijke onderwerpen worden gehoord door de gemeente. Zoals de mensen die zich inzetten voor behoud van groen of andere maatschappelijke onderwerpen. Het is goed dat ze gehoord worden en het durven. Wij als stadsdichters kunnen daar een rol in spelen.’
Lees ook het verhaal van stadsdichter Lisa van Tongeren ‘Ik heb altijd wel een verhaal in mijn hoofd.’