‘Wanneer er op de vluchtelingenboot voor Oekraïners in Zaandam goed Internet is dan is de stemming zeer bedrukt. Dan krijgen veel mensen slecht nieuws. Die dag wordt het niet meer goed. Soms is er ook een goede dag waarbij we wel veel lachen.’
Hoog opgeleid, geen werk
Oksana Guseletova (43 jaar) woont sinds 2014 met haar man en kinderen in Westzaan. Het was voor haar moeilijk om een betaalde baan te vinden, ondanks haar werkervaring en opleidingen. Lees eerst deel 1.
‘Wanneer ik solliciteerde bij een winkel kreeg ik te horen dat ik veel te hoog ben opgeleid. Met mijn diploma’s Marketing en Management zou ik een goede baan kunnen krijgen. Maar niet in Nederland omdat ik het Nederlands niet vloeiend spreek en schrijf. In Amsterdam is een buurthuis een zondagsschool voor Oekraïense nieuwkomers. Daar ben ik vanaf 2014 iedere zondag gaan werken als vrijwilliger. Hier leren kinderen de Oekraïense taal. Ik werkte eerst als juf en later als waarnemend directeur.’
Haar zoektocht naar betaald werk leverde niets op. Ze liet haar diploma’s herwaarderen. In Nederland bleek dit gelijk te zijn aan Bestuurskunde terwijl ze Marketing en Management had gestudeerd. Oksana ging op zoek naar een baan bij de gemeente of bij defensie. Ook oriënteerde ze zich op een derde studie. Aan welk beroep is hier echt behoefte? In Oekraïne had ze de droom om chirurg te worden. Vanwege de moeilijke omstandigheden en de corruptie lukte dat niet. Wanneer ze in Nederland de opleiding zou gaan volgen dan zou ze klaar zijn als ze bijna met pensioen ging. Als alternatief volgt ze nu een online opleiding in de geneeskunde. Alhoewel ze daar nauwelijks meer tijd voor heeft.
Tolk
Sinds de oorlog op 24 februari uitbarstte in Oekraïne veranderde haar leven totaal. Toen de eerste vluchtelingen aankwamen in Zaanstad meldde zij zich bij het hotel. Was er behoefte aan een tolk? Al snel bleek dat een tolk die zowel Oekraïens, Russisch als Nederlands sprak zeer welkom was. Veel tolken spreken wel Engels maar geen Nederlands.
‘Het was natuurlijk een verschrikkelijke aanleiding dat ik door de oorlog weer werk kreeg. Maar het was ook een goede mogelijkheid om Oekraïners te helpen. Anja, een vrouw die ook uit Oekraïne komt, en ik kregen een contract om te tolken.’
Brug
‘Er is veel meer nodig dan alleen vertalen. We noemen onszelf de brug tussen Oekraïne en Nederland. Bij veel Oekraïners overheerst de schaamte om leefgeld te krijgen. Ze willen graag werken en een salaris verdienen. Ze willen niet stilzitten. Oekraïners behoren tot een nieuwe categorie vluchtelingen, waar nog geen procedures voor zijn.
Door het werk op de vluchtelingenboot realiseer ik me pas hoeveel nationaliteiten er in Oekraïne woonden, waaronder buitenlandse studenten. Daar horen ook veel mensen bij die gevlucht waren uit andere landen, zoals bijvoorbeeld Syrië, en niet terug kunnen keren. Er zijn ook veel mensen bij die geen documenten en geld hebben omdat ze overhaast moesten vluchten.
Je bent niet alleen tolk, je bent ook psycholoog. Vaak zijn er grote problemen die mensen verborgen houden. In de landen van de voormalige Sovjet-Unie is vaak veel wantrouwen. Er is veel tijd nodig voordat je iemand voldoende vertrouwt om samen te werken en misschien meer te vertellen over je problemen.
Eerder kon ik niets veranderen. Nu kan ik wel iets doen, mensen helpen om het Nederlandse systeem te begrijpen. En ik kan de Nederlandse overheid vertellen wie deze vluchtelingen zijn en welke problemen zij hebben.’
Wachten, wachten, wachten
‘Het gaat vaak om hoogopgeleide vluchtelingen. Zij willen graag direct aan het werk. Alles moet volgens de regels. Zo is er een BSN nummer nodig, een bankrekening, een medische verzekering. Pas als alle stappen zijn doorlopen dan kun je werken. Voor de mensen duurt dat heel lang. Heel vaak wordt er gezegd: ‘We moeten nog steeds wachten. Wachten. Wachten.’
Ik ben een mensen mens. Het is echt interessant werk. Ik ben blij dat ik nu betaald werk heb. We hebben een appgroep. Daarin post ik berichten om mensen voor te bereiden. Bijvoorbeeld dat ze geld moeten sparen voor een regenjas voor de herfst. En dat het goedkoper is om een treinabonnement te kopen dan vaak een kaartje te kopen.
Drie dagen per week werk ik op het schip met vluchtelingen. Een dag per week werk ik op het Stadhuis om verslagen uit te werken. De vijfde dag werk ik als vrijwilliger bij de Stichting Leergeld. Daar zetten we ons in voor kinderen uit gezinnen met lage inkomsten die leermiddelen nodig hebben, of bijvoorbeeld een fiets of laptop.’
Vol
‘Inmiddels heb ik zoveel verhalen gehoord dat ik me vol voel. Thuis vangen we ook vijf vluchtelingen op. Daardoor heb je geen privé meer, het is moeilijk om rust te nemen. Zowel op het werk als thuis ben ik met vluchtelingen.
Hiervoor had ik een rustig leven. Soms voel ik me nu echt vol qua emotie, doelen en taken. Ik heb geen tijd meer om te lezen of te koken. Dat is niet erg.
Mijn grootste droom is dat de oorlog snel afgelopen is. Dat geldt voor elke vluchteling op het schip. Iedereen wil graag zo snel mogelijk naar huis. Ik probeer niet aan de toekomst te denken. Er is teveel wat ik niet begrijp. Dan heb ik niet meer de kracht om door te gaan. Elke dag ben ik bezig met de taken van de dag. Zo houd je het vol. Alleen kan ik niets veranderen. Ik kan wel mijn ouders in Oekraïne, mijn vrienden daar, het leger en vluchtelingen (financieel) ondersteunen. Samen kunnen we wel iets doen. De vluchtelingenboot is mijn plek. Alle beetjes helpen. Elke dag hoor ik verhalen waarbij soms de tranen in mijn ogen staan. Dan voel ik alle emoties. Soms is het ook een goede dag waarbij het gezellig is.
Laatst was ik tolk bij een huisarts, er zat een Nederlandse psycholoog bij. Ze gaf me een nummer omdat ze zag dat het ook voor mij moeilijk is. Voor Oekraïners is het niet normaal om naar een psycholoog te gaan. Ik praat liever met mijn man en dochter en vrienden. Het nummer bewaar ik voor als ik het echt nodig heb.
Liever zet ik overal grapjes in. Zo krijg ik vaak te horen: “Je maakt onze dag.”