Peter Kruit was 23 jaar toen hij in juli 1979 startte als aankomend beambte der bedrijfsbeveiliging bij de Artillerie Inrichtingen op het Hembrugterrein in Zaandam.
Dit is het eerste deel van een vierdelige serie waarin Peter Kruit vertelt over de historie.
Hij behoorde bij de laatste groep werknemers van Eurometaal. Toen het bedrijf in 2003 de poort sloot was er bij het Heerenhuis een afsluitend etentje. Peter kreeg vervolgens de sleutels van het terrein en ging als enige terug. Daarna heeft hij nog negen jaar gewerkt als bewaker voor Domeinen, omdat hij goed de weg kende op het mysterieuze terrein dat zo lang afgesloten is geweest voor de buitenwereld.
Peter heeft zoveel kennis dat je er boeken mee kunt vullen. In vogelvlucht neemt hij je met zijn verhaal mee over het terrein dat een belangrijk industrieel monument is. In het eerste deel vertelt hij over de periode tot de sluiting van Eurometaal. In het volgende deel neemt hij je mee als gids in de jaren daarna waarbij selecte gezelschappen het bijzondere terrein op mochten.
De naam Hembrug
‘Het terrein is tegen een bestaand schiereiland aangelegd tijdens het graven van het Noordzeekanaal. Zo’n buitendijks schiereiland noemde men een Hem. Dat was tevens de naam van het buurtschap wat er ooit lag en ook van zowel de eerste (1876-1907) als de tweede draaispoorbrug over het Noordzeekanaal.
De munitiefabriek heeft een lange geschiedenis. Het bedrijf startte in 1679 in Delft, daar had men geen ruimte meer om uit te breiden. Eind 1896 startte de bouw op de Hembrug, waar al vier turfloodsen en een kolenloods van de Marine lagen. In 1899 verhuisden grote delen van het bedrijf van Delft naar Zaandam. In die tijd was het Ministerie van Oorlog en Marine eigenaar van het terrein. In 1912 werd het aan militair gezag onttrokken en werd het een staatsbedrijf dat direct onder datzelfde ministerie viel.
Drie terreinen
Toen ik in 1979 aan het werk ging, was het bedrijf net opgesplitst in zelfstandige onderdelen. Eurometaal fabriceerde de munitie en munitie onderdelen, later richtte ze zich voor een deel op de civiele markt. In 2003 werd de productie gestaakt. De machinefabriek Hembrug maakte bijvoorbeeld de precisiedraaibanken. In 1983 verhuisde het naar Haarlem. De draaibanken die ze vroeger maakten, worden nog steeds gebruikt. Het is een heel innovatief bedrijf die mooie machines fabriceert. Er werken in Haarlem nog altijd mensen die vroeger op het Hembrugterrein werkten.
Er waren drie ingangen: een voor het militaire complex, een voor de machinefabriek Hembrug en een voor Eurometaal. Wij draaiden diensten voor zowel het militaire complex als Eurometaal.
Aan de buitenzijde waren de kantoren, kantines en de fabrieken van machinefabriek Hembrug en Eurometaal. In het midden stonden de munitiegebouwen en aan de west- en noordkant was het grote militaire complex dat in een L-vorm om het terrein lag. Dat laatste deel is nog altijd afgesloten.
Eigen wereld
We hadden een eigen wereld: ‘Wij zijn hier, jullie zijn daar.’ De buitenwereld werd hier niet toegelaten. Er was veel saamhorigheid. Het waren allemaal eigen koninkrijkjes op het terrein. Zo hadden we bijvoorbeeld drie ploegen bij de wacht. Ieder had zijn eigen kastje met koffie en thee en theedoeken.
Mensen werkten lang op het terrein, soms wel vijftig jaar. Zij kregen dan een lintje.
In de kantoren waren ook vrouwen aan het werk. Later kregen jongmaatjes en vrouwen een functie bij de kwaliteitscontrole. Zij moesten messing hulzen keuren. Vrouwen en jongmaatjes zweten minder dan volwassen mannen. Omdat zij geen vingerafdrukken achterlieten op de hulzen waren zij geschikter voor dit werk.
Schietwedstrijden
Op het terrein was een medische dienst en een tandarts. Zo hoefde een werknemer maar even weg van zijn werk en kon daarna snel weer verder.
We hadden ook een fietsenmaker en een actieve personeelsvereniging. Net zoals andere grote bedrijven in die tijd hadden we onze eigen toneelcub, voetbalclub en werden er allerlei activiteiten georganiseerd. Wij waren echter de enige die ook schietwedstrijden organiseerden. Daar deden andere bedrijven ook aan mee.
Die wedstrijden vonden plaats in de kantine en we schoten met scherp. Je kon dan een vierkleurenbalpen, een fles jenever of vuurwerk winnen. De stalen kogelvangers stonden op zolder, die werden in het weekeinde naar beneden gehaald. Je kreeg zes kogels, een om te richten, de andere vijf om te raken. De politie en marechaussee deden ook mee. Tot bij een rondleiding onze baas vertelde dat we hier de jaarlijkse schietwedstrijden hielden. Daarna mocht het niet meer. Het was ook wel gevaarlijk.’
Deel 2, Hembrug bewaakte geheime wereld
Deel drie, Hembrug spannend decor