In de Zaanstreek stonden ooit wel duizend molens. Het was in de bloeiende 17e eeuw een van de grootste industriegebieden ter wereld. Een aantal molens is naar de Zaanse Schans verplaatst. Zij laten samen met de verplaatste monumentale gebouwen zien hoe de Zaanstreek er rond 1870 uitzag.
Mooie verhalen
Vrijwilliger Ron Romeijn ontvangt de bezoekers hartelijk bij het Molenmuseum, sinds juli 2020 geopend op de Kalverringdijk 30 aan de Zaanse Schans. Hier kom je meer te weten over de historie van de vele Zaanse fabrieken die hun bestaan danken aan de molens.
‘Ik vind het leuk om te vertellen dat Nederland altijd een handelsland is geweest. Ze brachten de producten vanuit de kolonies over de wereldzeeën naar Amsterdam, dat was de hoofdvestiging van de scheepsmagnaten. Het feit dat we een plat land hebben met veel wind maakt dat de windmolens het konden vermalen tot industriële producten.’
IFIKZ Maak de industrie mee
Op 21 en 22 oktober 2023 is IFIKZ, het Maak-Meefestival Zaanse Industrie.
In het Molenmuseum is die zaterdag en zondag een lezing van Sjors van Leeuwen over verdwenen molenambachten. Bij molen De Bonte Hen kunnen bezoekers tijdens het festival weekend kennismaken met het olieslaan, de zeilmakerij en de haremakerij. Zie IFIKZ.nl (Van ambacht tot industrie)
Molengang
‘In het museum starten bezoekers met de verhalen van belangrijke mensen uit de molenwereld, de werkers, de eigenaren en de uitvinders. In de molengang zien ze de producten die verwerkt werden. Je hoort het gekraak van de molens. En dan kom je bij het molenpanorama van Frans Mars en zie je hoeveel molens er vroeger in het landschap stonden.
Het is een uniek verleden en het werkt nog steeds, dat vind ik zo mooi. Ook dat het ambacht van molenaar nog steeds functioneert. Het is erg leuk dat er ook in deze tijd nog jongens en meisjes zijn die het fantastisch vinden om opgeleid te worden tot molenaar.
In de omgeving zie je grote fabrieken die uit de molens voortkomen. Kijk maar naar de olie-industrie van Crock Laan en Aak en naar de cacaoverwerkers langs de Zaan. De Zaanstreek is de bakermat van de cacao, linoleum, koekjes, etc.’
Het is mooi dat de oorspronkelijke molens nog altijd hun verhaal vertellen.
Zaanse producten
De Huisman is de specerijenmolen, maar staat in de volksmond nog steeds bekend als de mosterdmolen. Hier werden de specerijen vanuit de kolonies naartoe gebracht en vermalen tot product. Omdat de molen gratis is, is het altijd druk.
Bij De Huisman worden alle producten verkocht van de molens. ‘Veel Nederlandse bezoekers kennen water- en meelmolens, ze zijn vaak verbaasd dat we hier zoveel specifieke industriemolens hebben. We verkopen snijplanken van hout van molen Het Jonge Schaap, dat vooral gebruikt wordt voor meubels.’
Ambachten
‘We verkopen lijnzaadolie van De Bonte Hen en olie van De Zoeker. De unieke lijnzaadolie wordt gebruikt voor de verfindustrie en voor onbewerkte meubels. De pinda-olie van De Zoeker is ook uniek. Niemand is daar naar op zoek, maar toen laatst een bezoeker hoorde dat deze olie veel heter kan worden en niet verbrand, wilde hij het graag kopen.
Het is natuurlijk ook hartstikke leuk dat je pigmenten kunt kopen van verfmolen De Kat met recepten om zelf verf te maken. Bezoekers vinden het ook altijd bijzonder als je vertelt dat het papier van De Schoolmeester gemaakt is van lompen. Het is prachtig papier, dat zich goed leent voor aquarel of kalligrafie.
De inkomsten van deze molenproducten kan de vereniging goed gebruiken.’
Zicht op de molen
‘Ik heb nog wel een ander mooi verhaal over een molen. Bij het hospice in Krommenie ben ik ook vrijwilliger. Een gastbewoner vertelde dat ze vanuit het balkon op haar flat altijd uitkeek op de poldermolen De Woudaap. Omdat ze het uitzicht miste en op een blinde muur uitkeek, heeft een kennis van haar de molen en de omgeving op een groot doek geschilderd. Dat werd opgehangen op de achterzijde van de bakker, zodat zij haar bekende uitzicht vanuit haar raam zag. Het doek is gebleven, dit verhaal vertel ik altijd graag aan nieuwe gastbewoners van deze kamer.’