‘Door de industrialisatie is het typisch Zaanse stratenpatroon in een snel tempo verdwenen. Dat is echt zonde. Maar op de Zaanse Schans kun je nog zien hoe het er vroeger uitzag: het woonwijkje met een wegsloot, de bebouwing langs de paden en de bruggetjes.’
Dit verhaal van Hans Luiten met fotografie van Arjen ten Pierick werd in oktober 2012 gepubliceerd in het boek Kijk Zaans. Vanwege 50 jaar Zaanstad blikken we met verhalen uit de oude doos terug.
Hans Luiten van de Geschiedenis Akademie geeft rondleidingen en vertelt daarbij boeiende verhalen. ‘Het is fantastisch om mensen rond te leiden door de Zaanstreek, want er zijn hier zoveel verhalen te vertellen. De Zaanse Schans is een reconstructie van een Zaans dorp uit 1850, maar ook de directe omgeving vertelt een verhaal. Wanneer je hier rondloopt begrijp je beter hoe de Zaanstreek er vroeger heeft uit gezien. Rond 1730 stonden er zo’n 600 molens tegelijkertijd te draaien, waarvan zo’n 400 houtzaagmolens. Een deel van de productie werd aanvankelijk gefinancierd door Amsterdamse kooplieden. De economie van Amsterdam kon niet draaien zonder de Zaanse, en vice versa. VOC-schepen voeren met zeil uit Krommenie, beschuit uit Wormer en planken uit West-Zaandam. Deze bedrijvigheid leverde echter niet het huidige idyllische plaatje op. De molens maakten veel lawaai, produceerden ook stank, en loosden bijvoorbeeld verf en lood in het water waar mensen ook hun was in deden. Het was één groot industrieterrein.
De rijke mensen woonden ‘op stand’ op de dijk, en de armere mensen aan sloten die er haaks op stonden. Er woonden zo’n 20 tot 30 families aan een pad, en die families moesten het padreglement nakomen. Daarin was onder meer vastgelegd waar je moest schrobben, hoe schuin een huisje mocht staan en hoe breed het huis mocht worden. Alle huisjes stonden aan één kant van het pad, net zoals nu nog bij de Zaanse Schans. De oude padstructuur is op veel andere plekken in de Zaanstreek verdwenen. De huizen op de dijk hebben siergevels die ervoor zijn geplaatst. De meeste zijn van hout. De stenen gevel van het Weeshuis laat zien dat de toenmalige eigenaren uit Westzaan rijk waren. Het pand van De Hoop op d’Swarte Walvis heeft alleen een stenen voorkant, de zijkant is van hout.
Typerend voor de Zaanstreek is dat de woningen los van elkaar stonden, en niet langs de rooilijn. ‘Inverdan’ betekent dat het huis een stukje schuin naar achteren stond, zodat je het vanaf de weg niet meteen zag staan. Het oogde rommelig, maar ook vrolijk want de huizen hadden allerlei kleuren. Wanneer een bewoner in financieel opzicht een goed jaar achter de rug had, liet hij zijn huis een stuk groter maken met een aanbouw. Dat heette een ‘goedjaarseind.’
Dit verhaal met fotografie van Elroy Blom werd in 2012 gepubliceerd in het boek Kijk Zaans.
Kijk ook op de website van Hans Luiten waar je hem voor kunt inzetten. Hij verzorgt via de Geschiedenis Akademie rondleidingen, lezingen, cursussen en reizen.
Onderstaand verhaal schreef Hans Luiten voor het boek Zaanse Parels (2014). De fotografie is van Rob Verweij.