‘De eerste stap naar een museum hebben we gezet.’ Lees eerst deel 1 over het bewaken van het erfgoed van de Zaanse Brandweer. Aan het woord is Kors van Ekris, voorzitter van het Zaens Brandweer Museum.
‘Op de Kalverrringdijk op de Zaanse Schans hebben we in 2021 het oude spuithuis ingericht met een handgetrokken brandspuit uit 1840 en ander erfgoed uit die periode. Tijdens de coronacrisis stopte de fietsverhuur ermee, wij konden tijdelijk het gebouwtje inrichten. De mensen van de ernaast gelegen toiletten regelen dat de deur aan het begin en eind van de dag open en dicht gaat. Je kunt er niet naar binnen, maar wel de kleine expo zien. We zijn hoopvol dat we hiermee door kunnen gaan. Met de folkloredag (zaterdag 17 augustus 2024) laten we voor het spuithuis twee handspuiten zien. Dat trekt heel veel mensen. Inmiddels hebben we het verhaal klaar in verschillende talen. Je ziet dat er veel belangstelling voor is.’
Brandweer van levensbelang
Van 1600 tot 1915 stonden er in de Zaanstreek vooral houten huizen. Wanneer er brand was, dan sloeg dit vaak over op andere panden in de buurt. Soms waren er zelfs meer straten bij betrokken. In totaal hebben er ruim 1100 molens in de Zaanstreek gestaan, op het hoogtepunt waren dat er zo’n 700 in een brede strook langs de Zaan. De molens brandden vaak af, zo zijn er vanaf de 16e eeuw bijna 450 molenbranden geregistreerd. Omdat molens in het weiland stonden, duurde het vaak te lang voordat de brandweer ter plekke was. Dan was de molen al verloren. Voor het publiek was het een prachtige fakkel in het weiland, voor de eigenaren en werknemers was het een ramp. Zij moesten immers leven van de opbrengst van de molen. Ook in de fabrieken, die de molens vervingen, was regelmatig brand. De grote fabriekspanden trokken veel mensen en soms zelfs internationale aandacht. De brandweer heeft daarom een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis. Het verhaal hoort bij het Zaans Erfgoed. Het was zeer intensief werk voor de brandweer.
Verzamelen
‘We zijn flink aan het verzamelen, er komt steeds meer binnen omdat we bekender worden. In gesprekken met de Zaanse corpsen overtuigen we ze dat het heel leuk is als hun voertuigen ook te zien zijn voor een groter publiek. Eerder werden er helaas al bijzondere historische zaken te koop gezet. Zoals de Protector uit 1921 die eerder dienstdeed bij de kazerne in de Botenmakersstraat in Zaandam. Dit voertuig hebben we teruggekocht en is door deze kazerne in bruikleen bij het museum ondergebracht.
We hopen in de toekomst een locatie te vinden waar alles bij elkaar komt en getoond wordt aan een groot publiek. Daarvoor zoeken we een plek waar al veel bezoekers komen en waar veel reuring is. De Zaanbocht of de Zaanse Schans zouden goede plekken zijn, zo maak je veel mensen enthousiast. Op de Zaanse Schans wordt het verhaal verteld hoe de Zaanstreek er rond 1850 uit zag, daar hoort ons erfgoed natuurlijk bij. We willen het verhaal vertellen van de brandweer tot 1940.
We willen alles onderbrengen in een museum. Wanneer we een helm, voertuig of kledingstuk binnenkrijgen dan vragen we flink door zodat we een goed beeld krijgen van de geschiedenis. Er zijn veel puzzelstukjes, die komen steeds meer bij elkaar. In deze fase zijn we ook aan het onderzoeken welke verhalen erbij horen en wat klopt. Zo hadden we bijvoorbeeld eerder een handspuit gedateerd op 1860, we hebben nu ontdekt dat dit jaartal niet klopt en dat het uit 1840 komt. We zijn nu ook de beeldbank aan het vullen met beeldmateriaal en begeleidende verhalen. Je bent nooit klaar.’
Werken aan het verhaal
‘Eerder werd de geschiedenis van de Zaanse brandweer alleen bijgehouden per kazerne. Er waren wel veel overeenkomsten. Zo moest iedere kazerne voldoen aan dezelfde regels en afspraken. Ook had iedereen dezelfde kleding, wel had iedere kazerne een eigen wapen dat overal op te zien was.
De alarmering was ook identiek. Zo beklom de veldwachter de toren van de kerk en schreeuwde waar er brand was. Ook werd er gebruikgemaakt van ratels en later van de telefoon. Met een grote brand werden ook brandweerlieden van andere kazernes opgeroepen. Dan kwamen de omliggende gemeentes te hulp met hun handspuit. Er was onderling wel concurrentie tussen de verschillende kazernes.
Lange tijd waren alle mannen boven de 18 jaar lid van de vrijwillige brandweer. Er waren veel mensen nodig. Of het nu hagelde, vroor of dat er thuis gewacht werd met eten. Het brandblussen ging altijd voor.’
Hulp gevraagd!
Het onderhoud kost veel geld en er zijn vrijwilligers nodig om het erfgoed toonbaar te houden. Ook nieuwe leden zijn welkom. Het zou mooi zijn als het Zaens Brandweer Museum een vast onderdeel wordt van het Zaans erfgoed.
Meer weten? Neem contact op met info@zaensbrandweermuseum.nl